405 14 december 1972 uw overwegingen straks op te nemen of u bereid bent om zo'n beleidsplan in het volgende begrotingsjaar op te nemen." De voorzitter schorst de vergadering te 21.22 uur. De voorzitter heropent de vergadering te 22.15 uur. De voorzitter merkt op dat de relatie Den Haag-gemeente doorklinkt in een gedeelte van de beschouwingen en dat was voor één der fractievoor- zitters mede aanleiding om er aan te herinneren dat de beschouwingen over de gemeentebegroting 1973 inderdaad voor het laatst zullen plaats- vinden in dit gedeelte van het gefoouw. De heer Van den Briel heeft gemeend een planologisch vraagstuk van groot gewicht als het derde vraagstuk te lanceren. De heer Van den Briei zal begrijpen dat de wethouder voor planologie ook op deze zaken zal in- gaan, en dat, waar hij het overleg met betrokkenen in de meest ruime zin heeft aangesneden, hij ook bij het college en dat is in het verleden ook reeds gesteld een open gehoor vindt. Ook de milieuaspecten zijn door de heer Van den Briel en door anderen m de algemene beschouwingen begrijpelijkerwijze betrokken. Naar aan- leiding van hetgeen ook door de heren Rücker, Brandsma en Van Tongeren is gesteld omtrent het verkeersplan zegt spreker dat dit ook naar het oor- deel van het college, er in het komende jaar inderdaad zal komen. Dit houdt nauw verband met de volgorde van advisering die in de eerste plaats de verkeerscommissie zich voorstelt te volgen en waar het college volledig mee instemt, nameiijk dat prioriteit zal dienen te worden verleend aan de n°ta, die de hele verkeersafwikkeling met het Centrumplan doet samen- hangen. Prioriteit daaraan verlenend, maar tevens daaropvolgend een ver- werking van de algemene en meer bijzondere suggesties, die in de afgelo- pen tijd de raadsleden, die zittting hebben in de verkeerscommissie en ook zeer wel mogelijk vanuit hun fracties, hebben ingebracht. Het kan niet anders of dit zal leiden tot een algemeen verkeersadvies aan het college, dat uiteraard mogelijk wat uitgangspunten betreft nog door het college zelf kan worden aangevuld en dus naar de mening van het college zeker een belangrijke gelijkenis zal vertonen met datgene wat men gevraagd heeft te produceren als verkeersplan. Het college kan zich bijna niet anders voorstellen dan dat daarbij op de juiste tijdstippen ook gebruik zal worden gemaakt van verkeersdeskundigheid, eventueel ook van buiten onze engere adviserende kring. Spreker acht dit een belangrijke zaak die mogelijk nog extra accent krijgt door de nadere bestudering van het cen- trumplan met al zijn aspecten, waar ook de raad zich binnenkort aan zai gaan zetten. Spreker neemt aan dat de fractievoorzitters zullen begrijpen dat hun opmerkingen spreker denkt onder andere aan de opmerking die de heer De Ruiter heeft gemaakt over de verkeersbelasting, de ontlas- ting van bepaalde straten, en ook over het begrip speelstraten is reeds een interessante discussie opgezet in de verkeerscommissie daarin bepaald niet kunnen ontbreken. De heer Van den Briel en ook andere sprekers hebben gesproken over datgene wat zij de Kennemerraad toewensen en wat ze van de Kennemer- raad verwachten. Ook het college ziet de milieuzaken in de memorie van antwoord is in die zin al iets opgenomen als één der onderwerpen die zeker bij het gewest als belangrijk punt moeten worden aangepakt. De heer Van den Briel maakte de opmerking: de KennemerrEiad geen vierde bestuurslaag. In een andere groep, niet in deze raad, heeft spreker een discussie mee- gemaakt waarin men zich afvroeg hoe emstig die vierde bestuurslaag wel zou zijn en of daar ook niet teveel de discussie op wordt toegespitst vöör- dat degenen die discussiëren hebben vastgesteld wat het zou kunnen in- houden. Vier bestuurslagen met klaarheid in taaktoedeling hoeft niet on-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 34