14 december 1972 410 in te gaan. De heer Brandsma zal begrijpen dat spreker morgen nog wil terugkomen op de toewijzing van woningen, ook aan mensen van buiten de agglomeratie. Inzake de verkeersproblematiek zegt spreker dat ook de heer Brandsma er begrip voor zal hebben dat hij op het ogenblik niet dieper ingaat op datgene wat dus, ook naar het oordeel van het college, voorbereid zal gaan worden, een verkeersnota, waarin waarschijnlijk toch ook wel de verkeersplangrenzen en -inhoud zullen worden aangegeven. Ook dat zal een stuk bezinning zijn waar de heer Brandsma dan terecht ook voor pleit. De positie van het openbaar vervoer kan daar uiteraard niet in worden gemist. Ook de heer Brandsma behoort tot diegenen die de gevolgen van de democratiseringsnota, de eerste stappen die daar zijn gezet, positief waardeert. Spreker merkt op dat de parabel die de heer Van Tongeren stelde, kleur- rijk was en datgene wat hij beoogde duidelijker heeft gemaakt en veel plesanter dan vorig jaar heeft doen overkomen. Het college heeft niet de indruk dat het geschaard behoeft te worden onder diegenen die niet be- grepen hebben wat de heer Van Tongeren namens zijn fractie voor Heem- stede essentieel acht. De tijd zal leren of en in hoeverre bijvoorbeeld aan de hand van een belangrijk plan, dat spreker zojuist al noemde, de grote tegenstellingen die men mogelijk zou bespeuren in procedures, en naar het oordeel van de heer Van Tongeren misschien zelfs in materieel beleid, mee zullen kunnen vallen. Spreker gelooft dat hij van de bedoelingen van de heer Van Tongeren, waar hij bijvoorbeeld noemde onderbrenging van de bedrijven, kan zeggen dat het hier zaken betreft die ook min of meer dage- lijks worden gehanteerd in een bepaald geval kan het helaas anders lopen door voortgangscontrole en planning; het heeft ook wel eens te maken met wat men met een nog eenvoudiger en Nederlandser woord ,,logisch besturen" zou kunnen noemen; het werken vanuit het zich bezin- nen op de uitgangspunten. Alleen de belangrijke conclusie: een algemene beleidsnota, is het college niet bereid te trekken; dit komt niet voort uit onbegrip; dat meent het college duidelijk te mogen stellen. De heer Van Tongeren heeft ten aanzien van het beeld van Heemstede enkele vraag- tekens en uitroeptekens gesteld. Het heeft ook te maken met de proble- matiek die de heer De Ruiter heeft aangesneden, namelijk dat Heemstede over een aantal jaren nog een herkenbaar Heemstede moet zijn. ,,Her- kenbaar" is maar een kort woord, maar het heeft iets te zeggen over het huidige karakter, zoals het ook bescherming vindt in de planologie, in streekplannen en in de bestemmingsplannen. Zaken waar de raad uiter- aard steeds bij betrokken is geweest en ook steeds weer bij betrokken zal zijn. Wethouder Van Wijk brengt naar voren dat de heer Van den Briel te- recht een derde belangrijk punt naar voren heeft gebracht, namelijk het bestemmingsplan Bleekersvaartweg-Binnenweg. Het college is doende om bouwstoffen aan te dragen die straks al dan niet gebruikt zullen worden door de raad. A1 deze bouwstenen zijn nodig om voldoende zicht op en in- zicht in het plan te verkrijgen. Zoals bij elk plan zijn er natuurlijk vele gegevens die men rustig moet aanvaarden omdat die nu eenmaal niet of zeer moeilijk te veranderen zijn, zoals: de omgeving, de eigendommen, de koopkracht, het verkeer, enzovoort. A1 die zaken zullen moeten worden ingebracht in onze beschouwingen. Maar de zaak ligt inderdaad nog vol- komen open, zowel letterlijk als figuurlijk. Het verlangen van de raad, toen aanvankelijk de eerste strepen zichtbaar werden van een gedeelte van de plannen met het desbetreffende terrein, om meer inzicht te verkrijgen, heeft uiteraard spreker wil niet zeggen vertragend gewerkt; het was een zeer redelijk verlangen de zaak niet versneld. A1 deze zaken met elkaar heb- ben er echter wel toe geleid dat het aandragen van stof tot behandeling binnenkort van dit onderwerp, de nodige tijd heeft gevergd en nog wel zal vergen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1972 | | pagina 39