417
14 december 1972
en dan waren die gemeenten net zover geweest als de gemeenten die niets
gedaan hebben. De heer Van Tongeren heeft gevraagd naar een beleids-
nota voor het onderwijs. Spreker vindt het prachtig om een beleidsnota
voor het onderwijs te maken als hij inderdaad precies zou weten en
dat heeft met beleid niets te maken en zou kunnen bepalen hoeveel
kinderen er komen, wanneer ze komen, waar ze dan zouden wonen en op
welke scholen ze zouden gaan. Doch spreker vreest dat als dit uitgezöcht
moet worden, dan waarschijnlijk weer de prijs van het water verhoogd zou
moeten worden, en daarom adviseert spreker er niet aan te beginnen.
Wethouder Verkouw acht het wel bijzonder plezierig dat er ten aanzien
van de portefeuille van sociale zaken en dat geldt dan ook voor het
gehele college zo weinig vragen zijn gesteld. Bij het afscheid van wet-
houder Spek van Haarlem, die ook wethouder van sociale zaken was,
heeft spreker gezegd: u hebt in de frontlinie gestaan, het is werk op de
achtergrond, maar daar is het werk niet minder om. Spreker meent daarom
dat het bijzonder plezierig is om te mogen constateren dat door de wijze
van uitvoering van de A.B.W. en de W.W.V. in Heemstede, door het feit
dat er geen vragen over zijn gesteld, bewezen is dat het college op dit punt
het vertrouwen van de raad heeft.
Er is al gesproken over de plannen om een milieucontroleur aan te
stellen. Eerder heeft spreker al eens gezegd dat het milieubeheer een zaak
is die de vier publiekrechtelijke lichamen raakt: rijk, provincie water-
schappen en gemeenten. Spreker dacht dat er toch nog wel een taak voor
de gemeenten overbleef en dat men ook niet alles moet overhevelen naar
de Kennemerraad, maar er op bedacht moet zijn dat de gemeente hier
ook een eigen taak heeft. Want als de raad morgen een krediet verleent
van f 28.000,voor het zesmaal in plaats van twee maal ophalen van
grof huisvuil, en binnenkort overgaat tot het aanstellen van een milieu-
controleur, dan vindt spreker dat Heemstede een wezenlijke bijdrage
levert tot de bestrijding van de milieuvervuiling. Spreker is enigszins ge-
schrokken van de woorden van de heer De Ruiter over dit onderwerp, dat
men namelijk bij elke stap die men doet aan dat milieu moet denken Spre-
ker houdt zich er namelijk de laatste tijd vaak mee bezig. Toen spreker
een week of drie geleden het concertgebouworkest onder leiding van Ber-
nard Haitink hoorde, dat een uitvoering gaf van Smetana, de Moldau, dacht
spreker bij ziehzelf dat het maar gelukkig is dat er ook nog muziek is.
Want men kan zich de gehele dag bezig houden met de geluidshinder, de
luchtverontreiniging, de waterverontreiniging enz. Spreker gelooft dat men
waakzaam moet zijn en dat men bereid moet zijn om een stuk van onze
welvaart prijs te geven om daarvoor een stuk welzijn terug te krijgen.
Er is even gesproken over het levend houden van de kring van I.S.K.-
portefeuillehouders, zolang de Kennemerraad nog niet volledig functioneert.
Spreker zou met name aan de leden uit onze raad, die deel uitmaken van de
Kennemerraad, willen vragen om daarop vooral bedacht te zijn. Spreker
heeft namelijk wel eens geluiden gehoord van andere wethouders dat men
e kring van portefeuillehouders eigenlijk graag een zachte dood zou willen
laten sterven, maar spreker meent dat men in de overgangsperiode de
kring zeker nog levend moet houden.
Spreker acht het op zijn plaats dat de heer Rücker nog eens heeft ge-
sproken over het gemeenschapshuis. Het is goed om dit nog eens even
naar voren te haien. Het college heeft dat ook gedaan door het een hoge
1974*1 '°e ^ennen' door het op te nemen in het meerjarenplan onder
Spreker heeft wel wat moeite met hetgeen de heer Van den Briel naar
voren heeft gebracht. Spreker stelt zich niet scherp op tegenover de heer
Van den Briel, maar omdat ook spreker deel uitmaakt van de partij waar-
van de heer Van den Briel zegt: die is eigenlijk geënt op de afgunst als
uitgangspunt op anderen, wil spreker daarop toch met een enkel woord