14 december 1972
426
de rekening werd aangeboden aan de finaneiële commissie. Er komen dan
pakken met rekeningen en nota's op de proppen, en dan wordt er aan de
leden van de commissie gevraagd of ze die even willen controleren. Dat
doen die leden dan ook met ernstige gezichten, ze kijken naar een paar
cijfers, roepen hoera, en dan gaat er een klein briefje naar de raad met
de mededeling dat de commlssie adviseert tot goedkeuring.
Als wethouder Van Ark die rekening werkelijk goed wil belhandelen ook
in deze raad, dan moet die rekening hier op tafel komen en dan zal hij
daar een procedure voor moeten vinden waardoor het ook voor een ge-
woon raadslid moge'lijk wordt om daar een beetje inzicht in te krijgen en
zijn oordeel over te kunnen vormen. De heer Van Ark heeft ook gezegd
dat het er verleden jaar niet om ging de begroting sluitend te maken.
Maar daar ging het spreker nu juist wél om, dat was juist zijn argument.
Als de wethouder had verklaard dat hij die baten uit de bedrijven nodig had
om de begroting sluitend te maken, dan had spreker hem misschien nog
kunnen volgen. Maar dat was niet het geval. Trouwens de wethouder heeft
ook vorig jaar ronduit toegegeven dat spreker gelijk 'had maar dat hij het
toch anders ging doen. Daar kwam het op neer. Spreker hoopt alleen datbe-
waarheid wordt dat het geld nu gebruikt kan worden voor de uitgaven
van belangrijke kapitaalwerken. De heer Willemse heeft gezegd dat hij nog
een mogelijkheid ziet om aan sprekers hartekreet omtrent het tijd-
stip van de bouw van de sporthal tegemoet te komen. Spreker houdt hem
daar aan. Omtrent de financierlng van de sportaccommodaties het
stokpaardje van de heer Van den Briel, misschien ook van de V.V.D.-fractie
sluit spreker zich aan bij wat de heer De Ruiter daarover gezegd heeft.
Inzake de vraag wat linkse en rechtse partijen zijn, zegt spreker dat ook
hij geen historicus is maar als hij het goed weet dan is het begrip „linkse"
en „rechtse" partijen ontstaan, doordat bepaalde partijen in de Tweede
Kamer ter linkerzijde en andere aan de rechterzijde van de president
deze heette toen nog president kwamen te zitten. Toen zei men: zij zitten
ter iinkerzijde en zij zitten ter reehterzijde. Ter linkerzijde waren dat par-
tijen zoals de Vrijheidsbond, de S.D.A.P. en misschien ook de communisten.
Ter rechterzijde zaten de confessioneie partijen. De indeling bij links had
dus alleen maar betrekking op de zitpiaats. Wat nu de poiitieke indeling
betreft, verstaat men onder „linkse" en „rec'htse" partijen die partijen die
ter weerszijden van de scheidslijn staan die door het politieke gebeuren
loopt. Als men spreker nu vraagt hoe hij de V.V.D., de Boerenpartij, de
S.G.P., het G.P.V. enzovoort ziet, dan zijn dat voor hem rechtse en con-
servatieve partijen. Met conservatief bedoelt spreker te zeggen dat die
partijen de maatschappij, zoals die nu reilt en zeilt, wel willen ontdoen van
scherpe kantjes, en ze hebben ook wel iets voor de kleine man over, maar
in zijn wezen, zijn productiemethoden, zijn bestuurlijke indeling enzovoort,
moet die maatschappij blijven zoals hij is. Terwijl de „linkse" partijen
dat zijn voor spreker de Partij van de Arbeid, D'66, de P.S.P. en de C.P.N.
zeggen dat zij de maatschappij wél willen veranderen. Dat is het ver-
schîl tussen de V.V.D. en sprekers partij. De heer De Ruiter heeft er te-
recht aan herinnerd dat dit ook vroeger zo was toen de V.V.D. nog libe-
raler was dan nu, meer in de richting van Thorbecke dacht. Toen had men
dus al die tegenstellingen tussen de S.D.A.P. en de Vrijheidsbond. Daar
had men al de sociale tegenstelling, namelijk het wel of niet veranderen
van de maatschappij. Dat is eigenlijk het kempunt wat spreker van de heer
Van den Briel scheidt en ook zal blijven scheiden. Met de V.V.D. kan op dit
terrein niet samengewerkt worden. De heer Van den Briel heeft nog gezegd
dat de consequentie van de polarisatie kam zijn dat men een situatie krijgt
waarop het land eigenlijk niet geregeerd kan worden. Dat is een situatie die
men ernstig moet nemen en die men ook ernstig moet betreuren. Het moet
inderdaad zo zijn -spreker heeft dat ook nadrukkelijk gezegd in zijn al-
gemene beschouwing dat er stabiliteit moet zijn in het politieke leven.