162
2e afd.
15 december 1972.
VERORDENING PRIJZEN GAS, WATER EN ELEKTRICITEIT.
Heemstede, 11 oktober 1972.
Aan de Raad,
De ontwerp-begroting van het Waterbedrijf voor het jaar 1973 vertoon-
de in eerste opzet een aanzienlijk tekort. Dit tekort werd o.a. veroorzaakt
door stijging van salaris- en onderhoudskosten, van kosten van rente en
afschrijving, alsmede door de raming van een bedrag van 50.000,voor
de kosten voortvloeiende uit de levering van ontfiuorideerd en ongefluori-
deerd water.
Er dient verder rekening mede te worden gehouden dat de salarissen en
sociale lasten, in de begroting geraamd op rond 273.000,op grond van
in 1973 te verwachten salarisstijgingen zeker met een bedrag van
30.000,zullen stijgen.
Indien de watertarieven met 10 cent zullen worden verhoogd zal de be-
groting sluitend zijn met op volgnummer 30, onvoorziene uitgaven, een
bedrag van 54.654,51. Dit bedrag zal, behalve voor de hiervoor genoemde
stijging der salarislasten, zeker nodig zijn voor rente en afschrijving van
de kapitaaluitgaven, welke pro memorie zijn vermeld achter de begroting
1973 van het bedrijf en waarvoor t.z.t. nog voorstellen aan XJ zullen worden
gedaan om kredieten beschikbaar te stellen.
Gelet op het voorgaande zien wij ons genoodzaakt U voor te stellen het
tarief voor het gezinsverbruik met ingang van 1 januari 1973 te ver-
hogen van 68 tot 78 cent per m3. De tarieven voor grootverbruikers, door
ons college vast te stellen, zullen wij dan eveneens met 10 cent per m3
verhogen. Met deze tariefsverhogingen, welke 122.000,zullen opbren-
gen, is reeds rekening gehouden bij de ramingen in de U heden aange-
boden ontwerp-begroting voor 1973.
Opgemerkt wordt nog, dat de inkoopprijs, te betalen aan de Gemeente-
waterleidingen Amsterdam, een halve cent hoger is geraamd. Een verdere
verhoging zou volgens verkregen informatie in 1973 niet te verwachten
zijn. Gelet echter op de te verwachten salarisstijging in 1973 menen wij dit
laatste in twijfel te moeten trekken.
De ontwerp-begroting van het Elektriciteitsbedrijf voor 1973 sloot aan-
vankelijk in baten en lasten, doch het op volgnummer 28, onvoorziene
uitgaven, geraamde bedrag bedroeg slechts 11.257,50.
Voor de in 1973 te verwachten salarisstijging, berekend over een totaal-
bedrag van rond 436.000,moet o.i. alleen reeds op een bedrag van
50.000,gerekend worden. Voorts zullen de kapitaallasten, voort-
vloeiende uit de achter de begroting, pro memorie geraamde, investeringen,
waaronder de inrichting van een provisorium ais voorloper op het 50-6
kV-station welke inrichting ongeveer 475.000,zal kosten, een bedrag
vergen van tenminste 60.000,
Een bedrag van 110.000,voor onvoorziene uitgaven is dan ook zon-
der meer noodzakelijk, hetgeen tot tariefsverhoging noopt.
Bij het ontwerpen van een nieuwe tarïéfregeling hebben wij aansluiting
gezocht bij door een commissie uit de Vereniging van Directeuren van
Elektriciteitsbedrijven in Nederland landelijk aanbevolen tarieven. Deze
tarieven konden echter, met het oog op de begrotingspositie, niet geheel
worden gevolgd.
Het verbruik zal voortaan worden gesplitst in huishoudelijk en niet-
huishoudelijk verbruik. Bij het eerstgenoemde verbruik zullen slechts twee
tariefsgroepen bestaan, t.w. verbruik tot en met 1500 kWh, met een vast-
recht van 30,per jaar en een prijs van 10 cent per kWh, verbruik
boven 1500 kWh, met een vastreoht van 45,— per jaar en een prijs van
9 cent per kWh.