21a, b
4e afd.
1 februari 1973
VASTSTELLING GETAL WEKELIJKSE LESUREN VAKONDERWIJS
AAN OPENBARE SCHOLEN
EN
VOORSCHOT VERGOEDING VAKONDERWIJS BIJZONDERE
SCHOLEN OVER 1973.
Heemstede, 16 januari 1973.
Aan de Raad,
Ingevolge artikel lOlbis, eerste lid, der Lager-onderwijswet 1920 dient
vôör 1 maart van elk jaar voor de daarvoor in aanmerking komende open-
bare scholen te worden bepaald het getal wekelijkse lesuren, gedurende
hetwelk vakonderwijs zal worden gegeven. Dit getal wordt bepaald door
deling van het totaal getal per week te geven uren (van 60 minuten)
vakonderwijs door het getal verplichte leerkrachten.
Voor de openbare scholen voor lager onderwijs bedragen deze getallen
45 en 22. Het in het eerste lid van genoemd artikel bedoeld getal wekelijk-
se lesuren vakonderwijs, gedurende hetwelk in 1973 vakonderwijs wordt
gegeven, kan derhalve voor het openbaar lager onderwijs worden bepaald
op 45 22 2,04545.
Krachtens het bepaalde in het derde lid van artikel lOlbis maken de
besturen der bijzondere scholen voor de beloning van vakonderwijs aan-
spraak op een vergoeding, welke wordt bepaald met inachtneming van
bovengenoemd getal wekelijkse lesuren, vermenigvuldigd met het getal
verplichte onderwijzers en een beloning tot een bedrag, waarop de vak-
onderwijzers volgens de gemeentelijke salarisregeling aanspraak zouden
hebben gemaakt. Deze vergoeding mag in geen geval het bedrag der wer-
kelijke uitgaven van het schoolbestuur overschrijden.
De besturen der bijzondere scholen hebben overeenkomstig het vijfde lid
verzocht een voorschot op de vergoeding toe te kennen.
Onder aanbieding van twee ontwerp-besluiten stellen wij u voor over te
gaan tot vaststelling van het getai wekelijkse lesuren vakonderwijs en te
besluiten tot toekenning van een voorschot op de vergoeding vakonderwijs
aan de besturen der bijzondere sc'holen.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
De secretaris, De burgemeester,
J. M. Kruitwagen. W. H. D. Quarles van Ufford.