22 februari 1973
53
aan kan trekken die inderdaad in staat is de milieueducatle, het bij-
brengen van milieubesef te propageren en die ook bijvoorbeeld op sehoîen
voorlidhting over dit soort zaken kan geven. Spreker betreurt het overi-
gens dat het -college 'haar aanvankelijke gedachte om een ziwaardere nota
ten aanzien van deze problematiek in de raad te brengen, heeft laten
varen. Spreker is het wel met het college eens dat iemand van een lichter
niveau gemakkelijker zal kunnen worden ingepast in een regionale struc-
tuur, maar als het college dan sprekers benadering ziet als hij stelt dat
we toch ook wel wat zinvois moeten blijven doen en naar sprekers mening
juist met de taak die hij zo belangrijk Vindt, namelijk de 'milieuiedudatie,
dan izail het college begrijpen dat hij toch zijn twijfels houdt over het
niveau.
Ten aanzien van het instituut van de wijkagent hoopt spreker dat de
besprekingen in Haarlem snel zullen zijn afgerond en dat de raad daarop
snel van het college een visle zal krijgen. Overigens meent spreker dat de
wijkagent niet de taak van de milieucontroleur of van de reinigings-
controleur zou moeten overnemen, maar hij gelooft wel dat door zijn ver-
trouwdheid in het beperkte deel van de gemeente waar hij werkzaam is,
hij sneller een educatieve en opvoedende werking zal hebben dan de milieu-
controleur, die fysiek niet in de mogelijkheid zal verkeren om een ver-
trouwde figuur in de totale gemeente te worden. Spreker heeft bepaald
niet in zijn gedaohten dat de milieucontroleur ook de controleur op het
gebied van het verkeerslawaai zou moeten worden. Hij heeft dan ook
niet in het kader van de milieucontroleur over de geluidsbelasting ge-
sproken, maar in het kader van de algemene milieuproblematiek, waarbij
hij heeft gevraagd of niet te overwegen zou zijn en spreker begrijpt
dat het college daar ook aan denkt om de moderne apparatuur die er
nu is om deeibels te meten, aan te schaffen en de politie aldus in staat te
stellen dat werk te gaan doen, waarbij natuurlijk niet uitgesloten is dat
bij zeer evidente overtredingen ook de milieucontroleur op kan treden;
spreker vindt dus wel dat in zijn instructie moet komen te staan dat hij
ook op dat punt een opsporingsbevoegdheid heeft.
Wethouder Verkouw merkt op dat de heer Jager graag zou zien dat de
commissie volksgezondheid wordt ingeschakeld bij het samenstellen van de
instructie voor de milieucontroleur. Spreker meent dat dit een zaak is
waar 'het college over moet oordelen. Spreker heeft uit de woorden van de
heer Jager de indruk gekregen dat hij graag in deze zaak bij de uitvoe-
rende taak van het college wil worden betrokken. Persoonlijk heeft spre-
ker daar geen enkel bezwaar tegen, maar ook dat is een zaak van het
college. Inzake het niveau van de aan te stellen controleur komt spreker
nog eens terug op het rapport van de gemeente Apeldoorn, waarin men
zioh niet sdhaamt om te zeggen dat zij ook lang niet alles weten. Dit rap-
port gaait dan verder: ,,daarbij kan eöhter een veelzijdige inbreng van
deskundigen niet worden gemist". Als men in Apeldoom door gebrek aan
deskundigheid er niet meer uit kan komen, gaat men te rade bij T.N.O.,
de Stichting Verwijdering Afvalstoffen, de hoofdinspectie voor de milieu-
hygiëne te Leidschendam, de Hinderwet en Böuwtoezichtverenigmg of de
Vereniging van Nederlandse Gemeenten.
De voorlichting op de scholen spreekt ook spreker wel aan, maar de
wethouder van onderwijszaken zal zeker kunnen vertellen hoeveel moeite
de hoofden van scholen er mee hebben om niet-pedagogisch opgeleide
krachten in hun school toe te laten. Maar spreker meent dat er alle aan-
leiding is om eerst eens af te waehten welke man er aangetrokken wordt
en wat zijn kwaliteiten zullen zijn. En dan is het heel goed mogelijk dat
men na een jaar ontdekt, dat er op een schoöl een les kan worden gegeven
over milieubesef, en dat aan het slot van die les de milieucontroleur iets
komt vertellen over de ervaringen, die hij in de praktijk heeft opgedaan;