22 fdbruari 1973 55 IX. Presentiegelden voor leden van de raad ('volgno. 27) De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de gemeente-financiën zich met het voorstel kan verenigen. Twee leden van de commissie wensten zich hun stem evenwel voor te behouden ten aanzien van dit voorstel. De heer De Ruiter wii bij dit voorstel een enkele kanttekening maken. Zoals ook reeds in de commissie voor de financiën naar voren gebracht, heeft spreker wel enige moeite met dit voorstel. Zou de beloning voor het werk dat de raadsieden in de raad en in de commissievergaderingen doen te hoog worden, dan zaî naar zijn mening het gevaar dreigen dat dit werk door bepaalde figuren als een aantrekkelijke bijbaan voor de avond- uren wordt beschouwd. Als dat niveau bereikt zou worden, en het niveau is op zichzelf natuurlijk bijzonder arbitrair, dan zou dat niettemin het gevaar inhouden dat men niet door politieke doeh door financiële motivatie tot dit werk geforacht wordt en dat, zo meent spreker, zou betreurd moeten worden. Daar staat tegenover dat als de beloning te laag zou zijn, dat weer voor anderen een verhindering zou kunnen zijn om aan dit werk deel te nemen, en dat is een situatie die uiteraard ook moet worden voor- komen. Nu meent spreker dat het juist in onze gemeente zo ligt spreker wil niet zeggen dat het gemakkelijk werk is, dat zou geen gepaste op- merking zijn - dat het werk in ieder geval wel te doen is naast de dag- taak. In de gemeente Amsterdam bijvoorbeeld, waar het raadswerk onge- veer drie dagen van de week vraagt, is dat onuitvoerbaar en staat men dus inderdaad voor het punt dat iemand die dat werk gaat doen, heel belangrijke inkoansten daardoor moet missen en dat men, als men daar niet een passende beloning tegenover stelt, eenvoudigweg een heel groot deel van de bevolking voor dat werk zou uitschakelen en dat moet onge- wenst worden geacht. Spreker meent edhter dat dit in de gemeente Heem- stede, ook al door de voortdurende bereidwilligheid van het college en van de voorzitter van deze raad om de vergaderingen 's avonds te houden, todh tot een minimum wordt beperkt en hij vindt daarom dat het niet helemaal ge'lukkig was om nu juist met de beloning, die voorgesteld is voor gemeenten van 20.000 tot 50.000 inwoners, als gemeente van ruim 26.000 inwoners, nu al bijna meteen aan de top van deze beloning te gaan zitten. Spreker herhaalt dat het bijzonder arbitrair is, dat het moeilijk is vast te stellen wat nu een juiste beloning zou zijn. Hij wil alleen duidelijk stellen dat zodra de financiële motivatie belangrijker zou kunnen worden dan de politieke motivatie voor dit werk, hij zonder meer tegen ver- hogingen zou stemmen. Spreker heeft het gevoel dat dit punt bere'ikt is; hij acht het gevaar echter niet geheel denkbeeldig en daarom wilde hij deze kanttekening bij dit voorstel geplaatst hebfoen. De heer Rücker merkt op dat hoewel zijn fractie unaniem voor het voorstel zal stemmen, er niettemin toij enige leden van zijn fractie be- denking is gerezen ten aanzien van foet feit, dat in dit voorstel het opti- maal toelaatbare bedrag ook inderdaad als beloning voor de raadsleden door het collage 'is voorgesteld. De heer Van Tongeren wil naar aanleiding van de woorden van de heer de Ruiter stellen dat de animo van de ingezetenen van Heemstede voor het raadslidmaatschap niet zo groot hoeft te zijn, want toen hij gisteren eens heeft nagegaan hoeveel tijd men voor het raadslldmaatschap moet uittrekken, dan komt de beloning niet verder dan wat dames krijgen om de vloer te schrofoben; over een aantrekkelijke bijfoaan kan dan echt niet worden gesproken. Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 17