130 24 mea 1973 formeel het recht volkomen cian zijn zijde heeft wanneer het reageert zo- als het heeft g-edaan. De sy-mpathieke wijze waarcp de voorzitter zojuist namens het college de besluitvorming nog eens heeft toegelicht, komt bij sprekers fractie zeer positief over en het is juist daarom dat hij toeh nog graag een lans wil breken voor een andere oplossing dan die welke het college in eerste instantie voor ogen staat. Speciaal de bestemming van de gelden die hier worden ingezameid spreekt zijn fractie duidelijk aan. Men spreekt hier over een ontmoetingscentrum voor de jeugd en dan nog eens meer speciaal toegespitst op de Israëlisdhe en Arabische jeugd. Als er ooit een doelstelling is die ons in deze tijd, gezien de spanningen en misêre in het midden-oosten aanspreekt, dan is het wei deze. Daarbij en dat is mogelijk een wat persoonlijke opvatting meent spreker bovendien dat er toch in dit zeer speciale geval nog wel aanleiding is om nog een duidelijke geste te maken aan de Joodse gemeenschap. Spreker heeft de bezettings- tijd bewust moeten meemaken en is -van mening dat de Nederlandse ge- meenschap altijd nog een grote morele schuld heeft aan de toenmalige Joodse gemeenschap van de jaren 1940-1945. Het is mede uit die over- weging, waarbij hij zijn eerste rnotief zeer zeker niet wil afzwakken, dat spreker het college nadrukkelijk namens zijn fractie wil uitnodigen om zich alsnog te beraden of alhoewel formeel de zaak, zoals de voor- zitter uiteen zet, volkomen rechtlijnig is er toch niettemin een moge- lijkheid is om wellidht middels een symbolische bijdrage tegemoet te komen en positief te reageren op het verzoek dat bij het college is binnengekomen. De fractie van de heer Van den Briel meent da't, hoewel het mis- schien wel waar is dat hier geen directe gemeentelijke belangen bij be- trokken zijn, gezien de duizenden Nederlanders die naar de Staat Israël zijn vertrokken en daar staatsburger zijn geworden, en de aard van het geschenk, een symbolische bijdrage van onze gemeente aan het comité wel op zijn plaats is. Missohien zouden de presentiegelden van vanavond, die aan de raadsleden toekomen, als symbolische bijdrage kunnen worden be- schouwd. Overigens betreurt spreker het dat in Heemstede geen plaatse- lijk comité is opgericht om gelden in te zamelen. De heer De Ruiter wii het betoog van de heer Rücker van harte onder- steunen. Ook bij hem leven dezelfde gevcelens ten opzichte van dit vraag- stuk. Zonder tekort te doen aan de volkomen rechtmatigheid van het stand- Punt van het coilege, is spreker van oordeel en wellicht kan het ook nog stimulerend werken in die zin, dat alsnog een comité in de gemeente Heemstede zal worden opgericht dat het aantoeveling verdient, dat het juist is en in de hele situatie waarin we nu verkeren bijzonder belang- rijk genoemd kan worden, om wel een bijdrage aan dit doel te geven. De heer Jager heeft als persoon, niet dus zijn fractie, emstige moeite met de wijze zoals op het ogentolik in Israël wordt gehandeld, en hij vraagt zich af of het wenselijk is om vanuit een gemeenteraad van Heemstede een bijdrage aan deze aktie te leveren. Spreker vindt wel dat in ieder geval ieder gemeentebestuur voor welke aktie dan ook, een kader dient te scheppen waardoor het aan het particulier initiatief mogelijk wordt, om dergelijke akties te houden. Dat wil dus zeggen dat hij meent dat het coilege wel steun zou kunnen verlenen aan een particulier initiatief om tot een dergelijke aktie te komen. Hij vindt alleen niet dat een overheid in dit belang dient te treden. Spreker is het eens met de stelling van de voorzitter dat deze zaak inderdaad geen direct gemeentelijk belang dient. De heer Brandsma sluit zich aan toij de woorden van de heer Rücker. Spreker meent dat men als gemeenteraad verkeerd zou handelen als men een oordeel zou gaan uitspreken over het doen en laten in het midden- oosten, noch voor, noch tegen Israël, noch voor, noch tegen de Arabieren, omdat het een kwestie van wereldpolitiek is. Men behoeft niet te denken

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 14