24 mei 1973
135
IX. Verbetering openbare verlichting (vervolgno. 55)
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de gas-, water- en
elektriciteitsbedrijven zich met het voorstel kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
X. Eerste wijziging venordening prijzen gas-, water- en elektriciteit
(volgno 56)
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de gas-, water- en
elektriciteitsbedrijven zich met het voorstel kan verenigen. Eén lid van de
eommissie wenste zidh zijn stem ten aanzien van dit voorstel voor te
behouden.
De heer Brandsma meent dat in de commissie was afgesproken dat er
van de zijde van het college nog nader cijfermateriaal over de kosten-
ontwikkeling zou worden gegeven. Tot zijn teleurstelling heeft spreker
deze gegevens niet ontvangen. Hij informeert naar de redenen waarom
dit achterwege is gebleven.
De heer De Ruiter merkt op dat na een intensieve discussie, die in de
commissie aan dit voorstel was gewijd, de gehele commissie meer inzicht
wilde hebben in wat de fa-ctor salarissen en sociale lasten in werkelijkheid
betekent, juist ook in verband met het feit dat in de hegroting voor het
jaar 1973 daarvoor al een bedrag was opgenomen. De commissie heeft dus
geenszins de bedoeling om zich tegen dit voorstel op zich te verzetten,
maar heeft wel moeilijkheden gehad met 'het feit, dat wat al te vaak de
verhoging van lonen en sociale lasten naar voren wordt gebracht ais het
gaat om een tariefsverhoging. In dat kader wil hij zich aansluiten bij
de vraag van de heer Brandsma.
Wethouder Willemse brengt naar voren dat inderdaad in de commissie
is toegezegd dat nader cijfermateriaal verstrekt zou worden. Het spijt
spreker dat dit niet gebeurd is. Hij zegt gaarne toe dat deze cijfers alsnog
ter beschikking van de commissie zullen komen, dooh gelooft niet dat het
verstrekken van deze cijfers tot een ander standpunt zal leiden wat be-
treft de inhoud van dit voorstel. Dit voorstel is namelijk geënt op een
tweetal componenten. De eers'te is een rigoureus verhoogde inkoopprijs
van onze leverancier, de gemeente Amsterdam. Het tweede is dat er op
dit moment al een aantal loonstijgingen zijn geweest, die tezamen een ver-
hoging van 9 cent alleszins aanvaardbaar maken. Zelfs met deze ver-
hoging zal er waarschijnlijk aan het eind van het jaar een negatief re-
sultaat zijn, omdat er enerzijds in de verdere toekomst nog meer loons-
verhogingen zullen komen en anderzijds deze verhoging maar voor een
half jaar kan worden geîncasseerd. Het is moeilijk om de ioonkosten-
stijging van nu en in de naaste toekomst exact te begroten. Daarover is
in de commissie gediscussieerd, maar mogelijk dat een nadere specifi-
catie zodanig voldoende inzicht versohaft dat de raad met dit voorstel
akkoord kan gaan.
De heer Brandsma betreurt dat wanneer van de zijde van het college in
de commissie wordt toegezegd dat er nadere cijfers zullen worden ver-
strekt, dit wordt nagelaten. Het gaat tenslotte om een verhoging van 9
cent en zo langzamerhand is het gebruikelijk geworden dat de water-
tarieven per half jaar worden verhoogd. Spreker vraagt zich daarom af
of dat nu werkelijk allemaal wel nodig :is en dan vindt hij dat men de
cijfers duidelijk moet kunnen laten spreken. Als dat niet mogelijk is om-
dat de nodige cijfers ontbreken dan is de konsekwentie van de mededeling
van de wethouder, dat het college het voorstel moet aanhouden.
De heer De Ruiter meent dat men aan de cijfermatige noodzakelijkheid
van deze tariefsverhoging niet zal ontkomen. Dat is zijn persoonlij'ke en