148 24 med 1973 king zijn. Dat men er niet allemaal daadwerkelijk gebruik van kan maken, soms ook niet wil maken, is natuurlijk een andere zaak. Dat de passieve reoreatie op dit moment niet meer zo'n grote rol speelt als een aantal jaren geleden betreurt spreker, hoewel hij mêt de heer Brandsma van oor- deel is, dat dit wel weer kan veranderen, getuige het feit dat er afgelopen zondag 8 9.000 mensen bij R.C.H. kwamen kij'ken. Spreker is er dan ook van overtuigd dat als R.C.H. doorgaat op de wijze waarop men nu bezig is, en kans ziet om misschien over een paar jaar een eerste klasse of eventueel een hoofdklasse te bereiken in het amateurvoet'bal, deze accommodatie weer ten volle zijn waarde krijgt. Inzake de tarieven merkt spreker op dat er vanuit de Sportstichting een commissie is ingesteld die de tarieven kritisch heeft bekeken of niet tot een bepaalde uniformiteit kan worden gekomen. Die tarieven zijn beslist niet vastgesteld aan de hand van de financiëie toestand van de verenigingen, gebaseerd op begrotingen van dnkomsten of contributies. Men heeft zich op het standpunt gesteld dat er velden zijn van verschillende kwaliteit, die meer of minder intensief worden gebruikt, en dat geprobeerd moet worden daarvoor een sleutel te vinden, variërend van 0,5 tot 1,5, die dan toepastoaar moet worden ge- maakt, waarbij natuurlijk de vraag in het achterhoofd is gehouden wat men nu met recht en reden kan vragen van deze verenigingen. Daarbij zijn dus in het algemeen de contributiebedragen toekeken, en wanneer bleek dat een vereniging duidelijk minder contributie vroeg dan een andere vereniging en daardoor protesteerde tegen een tarief, vastgesteld op basis van de sleutel die door de commissie is gevonden, de Sportstichting zou zeggen dat dan eerst de contributie moet worden aangepast aan wat andere verenigingen in het algemeen stellen. Als men duidelijk te laag zit met de contributie mag men van de Sportstichting niet verwachten dat men een grote korting op de veldhuur krijgt. Op deze wijze is men uit- eindelijk gekomen tot de tariefstelling en dat is ook inderdaad een ge- motiveerd advies geweest aan het college. Het college is een enkele keer afgeweken van een dergelijk advies. Het is dan de bedoeling dat het advies weer terug gaat naar de Sportstiohting waama het voorstel van het college getoetst wordt en met een nieuw advies weer terug gaat naar het college, dat dan inderdaad die tarieven vaststelt. Mêt de heer De Ruiter vraagt spreker zich af wat de achtergrond is van de V.V.D. om deze zaak naar voren te brengen. Niet dat een en ander niet goed zou functioneren, want de V.V.D. heéft zelf naar voren gebracht dat de zaak goed loopt. Dat dit inderdaad zo is ligt vooral aan de huidige constellatie van de Stichting. Wanneer het een commissie ex artikel 61 der Gemeentewet zou zij.n geweest, dan had de raad er veel minder over kunnen meepraten, want dan zou hij misschien jaarlijks een vast budget hebben kunnen vsiststellen en de commissie moet dan maar zien dat ze daarmede rond komt. Verder heeft de vaad dan praktisch geen medezeggenschap in bepaalde dingen, terwijl dit nu zeer duidelijk wel het geval is, maar spreker begint te geloven dat men ook eventueel tegen een oommissie ex artikel 61 toezwaren zou hebben. Spreker zou het bij- zonder betreuren als de motie zou worden aangenomen, omdat hij van mening is dat 'het tot schade van de huidige werkwijze zou leiden. Wethouder Verkouw merkt op dat men, uitgaande van de gedachtengang van wethouder Van Ark, zou kunnen denken dat geen wethouder namens het college, maar de voorzitter van de Sportstichting zojuist aan het woord is geweest, waardoor het standpunt van het college mikschien moeilijk naar voren is gekomen. Daarom wijst spreker er op dat het blijkens de statuten van de Heemsteedse Sportstichting gaat om het beheren en exploiteren en onderhoud van door de gemeenteraad van Heemstede aangewezen of aan te wijzen gemeentelijke sportvelden, inrichting en materialen. De direc- teur wordt door de raad benoemd. Het personeei dcor burgemeester en

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 32