VOORSCHRIFTEN, DEEL UITMAKENDE VAN HET
BESTEMMINGSPLAN VOOR EEN TERREIN TEN ZUIDEN
VAN DE SCHIELAAN
HOOFDSTUK I ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1.
Begripsbepalingen.
In deze voorschriften wordt verstaan onder:
1. het plan
het bestemraingsplan vervat in de sub 2 bedoelde kaart en ra deze
voorschriften, regelende de bestemmingen van gronden ter breedte van
75 m, gelegen onmiddellijk ten zuiden van de Schielaan achter per-
celen aan de Herenweg;
2. de kaart
de bij het besluit tot vaststelling van het plan behorende tekenmg nr.
4.52E.2 met bijbehorende verklaring, waarop de in lid 1 bedoelde be-
stemmingen zijn aangegeven;
3. het plangebied
het geheel van gronden water daaronder begrepen dat door de
grens van het plan wordt omsloten;
4. bebouwingsstroken
de op de kaart blijkens de verklaring voor bebouwing bestemde grond-
strook, waarvan de begrenzende lijnen nergens mogen worden over-
schreden, behalve in gevallen in deze voorschriften voorzien;
5. bebouwingsgrens
de begrenzende lijnen van de sub 4 genoemde bebouwingsstroken;
6. eengezinshuis
een woonhuis bestemd en kennelijk geschikt en ingericht voor de huis-
vesting van ten hoogste één gezin;
7. voorgevel
een naar een weg gekeerde gevel van een gebouw;
8. aanliggend afgewerkt terrein
de het gebouw omringende grond, welke geacht wordt te liggen op ge-
lijke hoogte als de kruin van de weg waaraan wordt gebouwd, tenzij in
bijzondere gevallen door burgemeester en wethouders anders wordt
bepaald;
9. bouwen, gebouw, bouwwerk
al hetgeen ingevolge artikel 1 van de Woningwet en artikel 1 van de
Bouwverordening onder bouwen, gebouwen en bouwwerk moet worden
verstaan.
Artikel 2.
Wijze van meten
Waar in deze voorschriften gesproken wordt van gevelhoogte, wordt
gemeten vanaf de bovenkant van het aanliggende afgewerkte terrein tot
de horizontale snijlijn welke de buitenzijde van het gevelvlak met de bo-
venkant van het dakvlak vormt.
Artikel 3.
Algemene vrijstellingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunen vrijstelling verlenen van de bepa-
lingen van het plan: