77
4e afd.
30 augustus 1973
2. De houder der lozingsvergunning is verplieht:
a. aan alle in het eerste iid bedoelde personen toegang te verlenen
tot het bedrijf, de bedrijfsterreinen en de lozingsmiddelen;
b. deze personen alle gewenste inlichtingen te verstrekken, medewer-
king te verlenen en hen in de gelegenheid te ste'llen de nodige op-
metingen en onderzoekingen te verrichten, alsmede van de te lozen
en geloosde stoffen monsters te nemen.
3. De in de voorgaande leden bedoelde personen zijn verplicht tot geheim-
houding van wat hun in de uitoefening van hun functie bekend wordt,
althans voor zover de juiste vervulling van hun functie niet het tegen-
deel vereist.
1. Overtreding van het verbod bedoeld in artikel 2 en het ndet voldoen aan
de voorschriften, bedoeld in artikel 9, de lastgeving bedoeld in artikel
15, de door de gemeenteraad in beroep genomen beslissing, alsmede aan
de verplichting bedoeld in ar'tikel 3, lid 4 en in artikel 16, lid 2, kan
worden gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geld-
boete van ten hoogste driehonderd gulden.
2. Indien een dergelijke overtreding wordt begaan door een rechtspersoon,
een vennootschap, een doelvermogen of enige andere vereniging van
personen zijn aansprakelijk de bestuurders, leden van het bestuur of
commissarissen, alsmede zij, die tot het feit opdracht hebben gegeven
of die feitelijke leiding hebben gehad bij het verboden handelen of na-
laten.
Zij die op het tijdstip van in werking treden der verordening recht-
matig handelingen verridhten welke ingevolge het bepaalde in artikel 2
zonder vergunning zijn verboden, worden geacht daarvoor een vergunning
als bedoeld in dat artikel te bezitten tot uiterlijk 1 januari 1975.
1. Deze verordendng kan worden aangehaald onder de titel: Lozings-
verordening.
2. Zij treedt in werking met ingang van de derde dag na die waarop zij
is afgekondigd.
Artikel 17.
Overtreding.
Artikel 18.
Overgangsbepalingen.
Artikel 19.
Slotbepaling.
Heemstede, 30 augustus 1973
De Raad voornoemd,
De sec
De voorzitter,