27 september 1973 227 bepaalde richting te doen instellen. In de tweede plaats zou zijn fractie liever eerst, voordat dit onderzoek wordt uitgevoerd, een zelfstandig onder- zoek naar de winkeibehoeften laten instellen door een instantie, die niet bij de totstandkoming van deze plannen is betrokken dus een blik van buitenaf waarbij spreker met name denkt aan het Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf. Hiermede krijgt men, naast de uiter- aard grote verbondenheid die de stedebouwkundige met deze plannen heeft, ook de blik van een objectieve buitenstaander op deze zaak. Zouden de 'hoorzitting en een dergelijk onderzoek wijzen in de richting dat geen uitbreiding van het winkelcentrum wordt gewenst, dan zou men een onder- zoek door Stad en LandsChap over het verkeer, de verkeersbewegingen en de koopgewooniten wellicht heel anders gaan formuleren en inrichten dan nu het geval is, waar nu duidelijk gesproken wordt over een oonsu- mentenonderzoek. Daarmede kan worden voorkomen dat men straks met leedwezen moet constateren dat dit onderzoek bepaalde resultaten heeft opgeleverd, eOhter zodanig, dat daaruit blijkt, dat de uitbreiding van het winkelcentrum niet moet plaats vinden en dat er dientengevolge weer een onderzoek nodig is om een andere gedaehte te realiseren. Daarom kan spreker niet warm lopen voor deze kredietaanvraag. De heer Rücker is bij een eerste kennisnamc van het voorstel geneigd het geheel wat sceptisch te benaderen. Een uitgaaf van 60.000,is ook in deze tijd, die verziekt wordt door inflatoire tendensen, altijd nog een flink bedrag, zeker wanneer men dat gaat uitgeven zo kan men het althans in eerste instantie benaderen voor een plan, waarvoor men geen profetische blikken hoeft te hebben om te weten, dat het naar alie waarsChijnlijkheid toch niet gehaald zal worden. Een nadere besdhouwing geeft evenwel aanleiding tot een meer positieve benadering en wel uit de volgende overwegingen. Een wetenschappelij'k verantwoorde manier van enquêteren onder een duizendtal Heemsteedse huishoudens en bezoekers van het hoofdwinkel- centrum, geeft ongetwijfeld interessante gegevens met 'betrekking tot de koopgewoonten van het doorsnee Heemsteedse gezin, en in het bijzonder de overwegingen bij de keuze van hun winkelier, ai of niet in het dorps- centrum. Speciaal dit laatste is van groot belang, wanneer men exact iets meer wil weten of de door velen veronderstelde zuigkracht van het winkel- centrum Schalkwijk ook inderdaad zijn konsekwenties heeft ten aanzien van de koopgewoonten van de Heemsteedse samenleving. Bovendien zullen er gegevens geproduceerd worden aan de hand van de passanten- en voer- tuigentellingen, die onontbeerlijk zijn oim een juist inzicht te krijgen met betrekking tot de parkeerbehoeften. Deze gegevens zullen nimmer kunnen en mogen ontbreken bij welke planontwikkeling dan ook, en zullen dus altijd wel hun nut hebben, terwijl voorts, zoals het coliege ook mededeelt, voor de tweede fase van het verkeersstructuurplan aanvullende informatie in deze zin evenzeer mag ontbreken. Het zijn deze overwegingen welke voor sprekers fractie aanleiding zijn haar steun aan het voorstel van het college te geven, zij het met de kanttekening, dat harerzijds wordt 'aajn- genomen dat het enqueteren zorgvuidig, 'bovenal deskundig en in alle objectiviteit zal geschieden. Ook spreker voelt ergens een bepaalde relatie tussen de instantie die het plan in ontwikkeling heeft gebracht en thans ook de vragen moet gaan formuleren voor een enquête. Daarom acht spreker de suggestie, die de heer Van den Briel zojuist deed, dat ook de midden- standscommissie hierin tevoren inzicht zou moeten ikrijgen om te zien op welke wijze men deze vragen tec'hnisch samenstelt, zinvol. Ook de fractie van de heer Van Tongeren heeft met dit voorstel enige moeite gehad. Bij de begrotingsdebatten vorig jaar heeft spreker reeds gevraagd naar de exacte stand van zaken ten aanzien van dit bestemmings- plan voor het centrum van Heemstede, en of het niet tijd werd om als

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 11