27 september 1973 229
vraagden een zaak voor culturele en andere recreatiemogelijklheden drin-
gend gewenst. Juist omdat het enîgszins in tegenspraak is met de nota
„laten we wel wezen", die de raad onlangs ontving, wil zijn fract'ie hierop
gaame een antwoord. Uoor het stellen van deze vragen krijgt men een
idee over het gewenste karakter van dit centrum, met name of het wel een
grootschalig cultureel centrum moet zijn, zoals nu is opgezet en waar
spreker riiet in gelooft. Wat dat betreft verschilt spreker van mening met
de heer De Ruiter, in zoverre, dat als deze enquête goed wordt uitgevoerd,
dit heel goed kan leiden tot alleen maar handhaving van het centrum, het-
geen spreker ook ergens ihoopt. Het onderzoek diemt zo onbevooroordeeld
mogelijk te geschieden, zodat er niet gestuurd wordt naar een plan, zoals
Stad en Landschap dat in eerste instantie heeft opgezet; die objectiviteit
vertrouwt spreker hen wel toe. Spreker gelooft dus niet in een grootschalig
centrum, maar wel im een verrijkt dorpskarakter; een ontmoetingsplaats
met een' diversiteit aan belevenissën, kléinschalig, uitnodigend tot eigen
initiatief. Sprekcr verwacht dat een Heemstedenaar graag op de fiets naar
zijn plein aam de wînkelgalerij gaat orn jeu des boules te spelen, of daar op
een terrasje bij Weijers te zltten. Als het centrum van Heelmstede op deze
wijze, in tegenstelling tot het Haarlemse Schalkwijk, een zeer ontspannen
sfeer gaat krijgen en daardoor een eigen karakter, dan kan men het er
over eens zijn dat dit iets heel anders is, dan wat nu op tafel ligt. Spreker
vindt een 'bedrag van f 61.000,— wel veel voor dit onderzoek. Zijn fractie
heeft een dergelijk onderzoek in 1969 hoewel het toen om 400 inwoners
ging- en geen 1000 heel wat goedkoper verricht. Tenslotte vraagt spre-
ker hoe ofojectlef de enquête is en of er ook wordt gevraagd naar de foe-
hoefte aan ui'tbreiding van de subcentra; want als men het centrum niet
vergroot zou men missOhien de subcentra meer moeten laten uitgroeien.
De fractie van mevrouw Diel heeft veel moeïte gehad met dit voorstel en
heeft het bepaald niet enthousiast ontvangen. Zij is niet zozeer tegen het
consumentenonderzoek alswel tegen de zeer hoge kosten die dat met zich
meebrengt. Haar fractiegenoten zien dit consumentenonderzoek echter als
een soort eindfase in een reeks van voorgaande rapporten, die ten aan-
zien van het plan Binnenweg-Blekersvaartweg reeds zijn verschenen; zij
kunnen zich dan ooik met dit voorstel verenigen.
Spreekster zelf heeft er veel moe'ite mee en wat dat betreft kan zij zich
in grote lijnen aansluiten bij wait vooral de heer De Rüiter naar voren
heeft gebracht. Een consumentenenquête vindt zij op zidhzelf heel nuttig,
maar de wijze waarop dit onderzoek wordt gehouden, en vooral de hoge
kosten die dat met zich meebrengt, acht zij bezwaarlijk. Dit ond'erzoek
valt uiteen in twee te onderzoeken zaken, namelijk het koopgedrag en de
motieven.
In de eerste plaats wil men 'het koopgedrag onderzoeken, dus een onder-
zoek naar de vraag wat en waar de Heemstedenaar koopt, om via dat
koopgedrag tot een foerekening te komen, met welke hoeveel'heid bruto-
winkelvloeroppervlak het Hecmsteedse centrum moet worden uitgebreid
om tot een volwaardig winkelcentrUm te kunnen komen. AfgeZien van het
feit dat er andere zaken zijn, zij denkt aan parkeermoedlijkheden, aan de
langgerekte vorm van het centrum en aan ruimtelijke foelemmeringen,
die naar haar mening een veel belangrijker rol spelen in het scheppen van
mogelijkheden voor een Heemsteeds winkelcentnim, heeft zij zich afge-
vraagd of het berekenen vam de vorengenoemde uitbreiding niet op een
veel goedkopere wijze tot stand gebracht zou kunnen worden. Dat is naar
haar mening ook gebeurd in het rapport „Centrumontwikkeling". In dat
allereerste rapport wordt ook aangegeven met hoeveel winkelvloeropper-
vlak Heemstede gediend zal zijn.
Het tweede deel van het onderzoek, het motievenonderzoek, vmdt spreek-
ster ook foelangrijk, maar zij meent dat dit misschien ook door middel van
de passanten- en voertuigenenquête zou kunnen geschieden, hetgeen veel