230
27 september 1973
g'oedkoper is. Voorts merkt zij op dat op de laatstgehouden middenstands-
commissievergadering in juni, als wens van de middenstand naar voren
is gekomen om een oonsumentenonderzoek te doen houden door het Cen-
traal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf. Spreekster vraagt waarom
daar niet op ingegaan is en of daar bepaalde redenen voor aanwezig
waren. Genoemd instituut houdt zich waarschijnlijk in de regel met der-
gelijke zaken bezig en zal daar ook wel op ingehicht zijn.
Tenslotte wil zij de suggestie van de heer De Ruiter ondersteunen om de
resultaten van de hearing van 3 oktober af te wachten, alvorens het
onderzoek te doen instellen.
De voorzitter stelt voorop dat ook het college danig is geschrokken van
de hoogte van het bedrag dat met het onderzoek gemoeid is. Het college
heeft echter geredeneerd dat dit onderzoek naar zijn gevoelen niet alleen
voor een bepaald plan en zeker niet alleen voor deze schets is bedoeld.
De heer Van den Briel heeft voorgesteld het enquêteformulier te be-
spreken in de middenstandscommissie. Het wil spreker voor komen dat het
missehien zelfs wenselijik is om het formulier in breder verband nog eens
even te bespreken, en wel in de eerste plaats in het coliege. Mogelijk dät
er dan nog vragen naar voren komen die speciaal voor Heemstede van
belang zijn. In dat opzicht zou spreker zich kunnen voorstellen dat wij met
elkaar op bepaaide punten, met betrekkäng tot bepaalde situaties, meer
weten dan Stad en Landschap, en dat dan zo'n vraag in overleg met Stad
en Landschap, of met wie het onderzoek verder gaat doen, wordt inge-
vlochten in het formulder.
Namens het college zegt spreker dat de vraagstelling op het formu-
iier niet zonder meer moet uitgaan naar de betrokkenen, doch dat dit wel-
licht dient te worden aangevuld door comm'issies of de raad of anderen die
daarbij betrokken moeten worden. De heer De Ruiter is van oordeel dat
zijn fractie cen andere opstelling heeft ten aanzien van het plan dan het
college. Spreker merkt op dat de raad gevraagd heeft om eens naar buiten
te komen met iets dat zou kunnen gebeuren. Het college heeft nog geen
bepaalde opsteiling met ibetrekking tot dit plan, maar het moet natuurlij'k
wel iets doen. Ook de raad heeft altijd bezwaar gehad tegen het praten
in het algemeen en tegen het ophangen van een wit doek met de bedoe-
ling om te stellen: daar hangt de Binnenweg, nu gaan we hierover met de
burgerij aan de hand van dat witte doek een hearing houden en discussië-
ren. Ben ieder 'begrijpt dat dit onmogelijk is. Soms 'bekruipt spreker wel
eens het gevoel dat men met alle inspraak, hearings, brede onderzoeken,
en wat dies meer zij, bezig is een democratische bevriezingsdood te sterven;
Dat er op deze wijze helemaal geen plan meer van de grond kan komen
en dat het steeds moeilijker zal worden. Men weet ook vaak niet hoeveel
mensen er vertegenwoordigd worden door een bepaalde meningsuiting; er
kunnen 1, 60 of 600 mensen achter staan. Het wordt steeds moeilijker om
nog enig plan van de grond te krijgen als Imen hiet op een gegeven ogen-
bliik bestuurlijk met een plan komt, waarop men kritiek kan hebben. Men
zal toch eens een keer tot beslissingen moeten kunnen komen zonder dat
er al te veel in de breedte wordt gegaan. Er wordt ook altijd gesproken
over het aandragen ivan bouwstenen. Spreker vraagt zic'h echter wel af
of men bezig is stenen aan te dragen om iemand of iéts te stenigen, of om
werkelijk iets te gaan bouwen met die bouwstenen. Misschien bestaan
deze twijfels alleen bij spreker, maar hij is van mening dat die twijfels
toch ook beginnen door te dringen bij anderen, als hij, niet alleen in
Heemstede, maar ook in andere gemeenten ziet, hoe breed men dergelijke
zaken Wil opzetten en tot hoe weinig besluiten men komt. Er gebeurt dus
in feite zeer weinig, en als men nog eens 'met iets van visie komt, dan
krijgt men te 'horen: laat het maar zoals 'het is, want het is gezeliig, fijn,
een paar tentjes erbij, enzovoort. Spreker meent dat men op de duur op
deze wijze niet meer zal kunnen regeren en besturen, en meent dat er