HSW" 234 27 september 1973 Mevrouw Diel' is van oordeel dat de vraag inzake de uitbreiding van -het winkelcentrum een vraag is die ook aan het Centraal Instituut voor het Midden- en Kleinbedrijf kan worden voorgelegd, en dat het wellicht op een goedkopere wijze tot stand gebracht kan worden. Zij kan dit met de ge- gevens die zij nu heeft niet beoordelen. Het tweede gedeelte van het onder- zoek, het motievenonderzoek, vindt ook zij belangrijk. Zij meent dat dit gedeelte van de enquête e-ventueel ook alleen uitgevoerd zou kunnen wor- den. De voorzitter heeft nota genomen van de mededeling van de heer Van den Briel dat ook zijn fractie ongeveer in hetzelfde stadium verkeert als het oollege, namelijk dat het met grote belangstelling het college mis- schien wat meer sturend om bepaalde voorstellen te doen met betrekking tot de wijze van onderzoek gegevens over dit plan verzamelt. Spreker heeft van de heer De Ruiter -begrepen dat hij heeft willen stellen dat er naast deze vragen nog wel meer vragen nodig zijn, die wellicht door an- deren hehandeld moe-ten worden. Spreker is dat met hem eens. 'Hij heeft uitdrukkelijk naar voren gebracht dat hij gelooft i-n de objectiviteit van het onderzoek door diegenen, aan wie he-t college dit onderzoek wi-1 opdra- gen, maar dat aan het Ce-ntraai Instituut voor het Midden- en Kieinbe- drijf, of aan Wie dan ook, nog 'iets and-ers gevraagd zou moeten worden met betrekking to-t het winkeloppervlak enzovoort. N-aar sprekers gevoe- ien zullen -de antwoorden, die uit d-it onderzoek komen, nog niet de laatste antwoorden betekenen die nodig zijn om -tot -een meningsvorming, indivi- dueel of met elkaar, te k-omen. Spreker ziet nie-t -waarom niet ook faet door de heer De Ruiter gestelde nog gevraagd zou moeten worden; maar dat is natuurlijk een zaak die op het ogenbiik niet direct aan de orde is. Spreker wil hiermede -zegggen dat ook naar de mening van het coll-ege nog wel meer gevraagd zal -m-oet-en worden, ook no-g wel op andere plaatsen, om tot voldoende gegevens te -ko-men, waaruit men wellicht een menin-g zou kunnen vormen. Er is geen enkei-e noodzaak om met het nemen van dit beslu'it te wadhten tot na de hoorzitting van 3 okto-ber. Als het beslu-it heden wordt genomen, dan kan het, indien no-di-g, na 3 Okto-ber opnieuw worden bezien en is er nog niets gebeurd. TereOht heeft de heer Rü-cker opgemerkt, dat -bij inschakeling van een ander imstituut de mogelijkheid aanwezig is dat een door ons gegeven opdracht -wordt d'oorgespeel-d, -waardoor men niet weet waar de opdracht terecht ko-mt, terwijl imen nu in elk geval bij een ervaren instituut te rade gaat, waarbij het bovendien n-og van belang is dat dit instituu-t met het plan bezig is. Spreker zegt namens het co-U-ege toe dat de vraagstellimg zeker in de c-o-mmissies -bezien zal -worden. Spreker me-ent dat de -heer Van To-ngeren enigszins dualis'tisch is in zfjn redeneTing als hij enerzijds stelt -dat de vragen in -de co-mmissie-s m-oeten komen, waar men er met elkaar over kan beslissen, terwijl hij anderzijds bepaalde vragen per sé opgenomen wil zien. Ais de commiss-ie er over gaat spreken dan komen die vragen er miss-chi-en niet in. Wel zou -de 'heer Van Tongeren kumnen stellen dat hij in de comimiss-ies zijn vragen gaat bepleiten. Spreker kan niet garan-deren d-at deze vragen in de gevraagde vorm of in enige andere vorm in het formulier worden opgenomen. Voorts merkt spreker op dat het college dit pl-an n-iet 12 jaar aan het voorbereiden is, want dit is een plfin van de laatste twee jaar. Men wist dat aan de Binnenweg wel eens wat moest gaan gebeuren; deze opvat- ting is -langzamerhand gegroeid en tenslo-tte k-wam dit plan aan de orde nadat andere bestemmingsplanmen tot uitvoering waren gekomen. Zk> is men nu -toe aan één van de moei-lijkste bestemmingsplannen voor -de ge- meemte Heemstede. Hetzeifde duaiislme in de redenering van de heer Van Tongeren treft spreke-r ook aa-n wanneer de 'heer Van Tongeren stelt dat het college nu eens met een duidelij-k programma moet kom-en, terwijl hij een andere keer weer opmerkt dat het coliege vooral niet met een

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 18