27 september 1973
235
gedrukt stuk moet komen, want dan is er een mening van het college,
waardoor de raad wordt beïnvloed en dan is er al veel te veel vastgesteid.
De heer Van Tongeren eist dus twee dingen die zich naar sprekers ge-
voelen slecht verdragen; ten eerste moet het college duidelijk zijn, maar ten
tweede moet het vooral niet duidelijk zijn, want anders heeft men veel te
veel meningsvorming in het college gehad zonder dat men nog voldoende
gegevens heeft, zonder dat men voldoende inspraak heeft gehouden en de
mening van anderen heeft vernomen. Voorts merkt spreker op dat als
tegenwoordig een politicus het waagt het woord ,,afbraak te gebruiken,
zijn politieke carriêre al voor driekwart naar de maan is. Spreker meent
echter hij heeft weinig politieke carriêre meer te verliezen dat als
men een plan heeft waarbij huizen afgebroken moeten worden en waar-
voor wellicht andere huizen gebouwd moeten worden, het te betreuren valt
dat het niet anders kan, maar dat men dan tenslotte ook nog eens een
keer iets moet durven doorbreken, zowel letterlijk als figuurlijk, en als
Heemstede de eerste honderd jaar door afbraak van 50 huizen er veel beter
uitziet, en iedereen daarmee getoaat is, dan moet men dat doen en moet men
niet voor allerlei sentimenten uit de weg gaan, die op dat moment aan de
orde zijn. Want dan gaat men enkele huizen sparen, waardoor bijivoor-
beeld geen weg kan worden aangelegd en blijft men in de ellende zitten
van de verkeerswegen. Wat dat toetreft heeft spreker het in andere steden
wel anders gezien; als het moet dan breekt men dwars door wijken heen.
Dan verliest men wel wat, maar men krijgt ook wat voor de toekomst.
Zodra de gegevens van het onderzoek binnen zijn zullen deze in het
college worden besproken om te bezien wat daarna moet worden gedaan;
natuurlijk zal dit ook besproken worden in de raad.
Met mevrouw Diel is spreker van oordeel dat het tweede deel van het
onderzoek belangrijk is, maar spreker meent dat ook van belang is te
weten waarom iemand niet in Heemstede koopt. Beide onderdelen van het
onderzoek vormen elkaars aanvulling; het zou maar een half onderzoek
zijn als men alleen a of alleen b neemt.
De heer Van Tongeren wil graag in de commissievergadering de con-
cept-vragen zien die Stad en Landschap opstelt; dat zal dan misschien in
een andere vorm zijn, maar dat vimdt spreker niet belangrijk. Dan weet
men tenminste waar men aan toe is, wat gevraagd wordt en of sprekers
vragen daarin enigszins verwerkt zijn. Voorts merkt spreker op dat 'het
college een voorstel heeft aangeboden dat nog niet in open'bare discussie
is geweest, waarover zijn fractie misschien een andere mening heeft. Hij
meent dan ook dat die mening niets met dualidme te maken heeft. Het is
wel zo dat 'het college het voorstel getoracht heeft, en dan mag men aan-
nemen dat het daar ook achter staat.
Wet'houder Van Ark herhaalt nogmaals dat het college nog geen vast
plan heeft en dat er alleen maar een schets is om tot een disoussie te
komen en om tot vaststelling van een bestemmingsplan te kunnen ge-
raken.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld,
onder aantekening dat de heer De Ruiter en mevrouw Gaasterland-
Braaksma geacht wensen te worden tegen het voorstel te hetaben ge-
stemd.
VIII. Afwerking bouwrijp maken plan Geleerdenwijk II (volgno. 99)
De voorzitter deelt mede dat de commissies voor openbare werken en
voor het grondbedrijf zich met het voorstel kunnen verenigen.
De heer Jager heeft verschillende malen, thans voor de vijfde maal,
gevraagd hoe het staat met het betrekken van de toekomstige bewoners
bij het afwerken van hun eigen wijk. Hij heeft daar nog steeds niets over