27 september 1973 239 woner van de Johan Verhulstlaan, waarin een aantal grieven naar voren worden gebracht over de behandeling die hij van gemeentewege zou heb- ben ervaren. Die brief is gericht aan de raadsleden, waaruit nu opmeuw bliikt dat vele ingezetenen niet precies weten hoe zij moeten handelen wanneer zij zich ergens over willen beklagen. Spreker kan 'daarom wel- licht nu via de voorzitter, aan betrokkene mededelen, dat wanneer hij grie- ven hee'ft tegen het doen en laten van de gemeente of van gemeenteiijke diensten, hij zic'h altijd bij het college kan beklagen. Wanneer hij daar met voldoende gehoor vindt is er altijd nog een comrmssie mt de raad, aan welke hii een verzoek- of bezwaarschrift kan mzenden. Wordt deze weg niet gevolgd dan ziet spreker als raadslid geen mogelijkheid om derge- lüke zaken aan te pakken. Voorzover betrokkene aan de raad een bouw- vergunning vraagt, is hij aan het verkeerde adres; bouwaanyragen be- horen bii het college te worden ingediend, dat er ook over zal beslissen. Ook hier is de getaruikelijke weg dat als een taouwvergunnmg geweigerd wordt en men daartegen in verzet wil komen, men een bezwaarschnft kan indienen bij de betreffende commissie. Spreker acht zich nu ontslagen van verdere bemoeiingen met de inhoud van deze brief en hoopt dat hij zijn doel heeft bereikt en betrokkene wegwijs heeft gemaakt. Wethouder Van Wijk heeft zojuist vernomen dat er gisteren een beroep- schrift gerioht aan de raad, is binnengekomen tegen een aanschnjvmg om een en ander af te breken. Spreker heeft deze brief nog niet gelezen, doch uit de ontvangst van de brief kan worden afgeleid dat betrokkene înmid- dels zijn weg al heeft gevonden en dat deze zaak dus bij de commissie voor de beroepschriften zal komen en dan wellicht bij de raad. Behandeling punten uit memorie van antwoord begroting 1973 De heer Van Tongeren heeft de memorie van antwoord voor de bcgro- ting 1973 nog eens doorgelezen, waarbij hij enkele punten tegenkwam, waarvan hij vraagt of het mogelijk is daarop in de volgende raadsverga- defing te antwoorden. Hij zou namelijk graag willen weten hoe of het met verschillende zaken ervoor staat. Als men weer moet wachten tot er een aanbiedingsnota komt waarin al deze punten staan, dan gaat daar wear veel tijd overheen. De voorzitter merkt op dat de heer Van Tongeren uiteraard volstrekt de bevoegdheid heeft om schriftelijke vragen in te dienen bij het college. Als hij vindt dat de zaken, om welke reden dan ook, niet door hem aan de orde worden gesteld bij de komende begrotingsbehandeling, dan kan hij op een andere wijze het college vragen hoe bepaalde punten zijn behandeld. De rondvraag is echter het meest sleohte middel om deze punten door te lopen, omdat die zaken waarschijnlijk duideüjk het belang van de rond- vraag overtreffen. Het lijkt de heer Van Tongeren dat juist schriftelijke vragen een te zwaar middel zijn oim iets over bepanlde punten te weten te komen. De vioorzitter zegt dat het geen formeel schriftelijke vragen hoeven te zijn. Als de heer Van Tongeren het college een brief schrijft of als hij naar de betrokkenen toestapt, krijgt hij antwoord. De heer Van Tongeren wil bijvoorbeeld weten hoe het staat met de molen van Höcker en hoe het staat met het land van Van Sohie. Hij kan zich voorstellen dat de beantwoording van 'het laatste moeilijker ligt, maar deze zaak is niet meer aan de orde geweest in openbare vergaderingen en hij kan zich voorstellen dat er mensen zijn die daarin geïnteresseerd zijn. De voorzitter merkt op dat men in de commissies uiteraard ook de mo- gelijkheid heeft om informaties in te winnen, en men kan altijd in de openbare vergadering als men denkt dat het belang van de gemeente dat vordert daarop terugkomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 23