1
27 september 1973
225
ker meent dat dit niet juist zou zijn; op een bepaald ogenblik weet men
ook niet wie er aan het woord is, een deskundige of een politicus, of het een
beleidszaak betreft of deskundigheid, waardoor men verhoudingen gaat
soheeftrekken.
De heer Brandsma vreest dat er een misverstand groeit. Hij kan zich
indenken dat sommigen ,,gekieteld" zijn door het feit, dat de gezamenlijke
Zuid-Kennemerfracties van D'66 dit stuk hebben geproduceerd en bij de
diverse gemeenteraden hetoben gepresenteerd. Daar kan men het zijne van
denken, maar wat nu van de zijde van het college naar voren wordt ge-
bracht, zou kunnen inlhouden dat het niet een normale zaak zou zijn, wan-
neer bijvoorbeeld sprekers fractie ten aanzien van een hier dringend le-
vende zaak een nota op tafel zou willen brengen. Spreker vindt dat hij
daartoe het recht heeft, zelfs dat hij daartoe verplicht is als hij meent dat
er iets verstandigs in een nota naar voren is te brengen. Spreker heeft de
indruk dat deze zaak op deze wijze kan overkomen, waarvoor hij wil waar-
sohuwen, want zo heeft het college dit natuurlijk niet bedoeld. Spreker
vindt dat het recht van initiatief ook bij raadsleden, al zijn dat maar kleine
politici, aanwezig moet zijn.
De voorzitter brengt naar voren dat de heer Brandsma reeds heeft ge-
zegd wat de bedoeling niet kan zijn; het is alleen te betreuren dat wat de
bedoeling wêl is, todh niet duidelijk is overgekomen. Spreker wil daarom
duidelijk stellen dat het geen automatisme is dat huiswerk wordt overge-
nomen, maar dat een nota uiteraard wel ter beoordeling kan komen, hetzij
via algemene beschouwingen, hetzij via een ingekomen stuk, als ook
andere fracties hier brood in zien om dat in discussie te krijgen, naast
datgene wat de fractie van D'66 zeer waarschijnlijk ten aanzien van dit
stuk bij belangrijke beleidsmomenten over het milieu naar voren gaat
brengen. De stelling van het coilege dat dit rapport voor hem meer is dan
alleen maar achtergrond, waaruit D'66 milieubeleid bedreven wil zien,
betekent al dat het college het als een zeer serieus stuk opneemt, zoals het
dat ook met stukken of initiatieven zal doen, die uit andere fracties naar
voren zouden komen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt overeenkomstig het voorstel van
burgemeester en wethouders besloten.
De voorzitter, de burgemeester, verlaat te 20.49 uur de vergadering.
De wethouder, de heer Van Wijk, neemt het voorzitterschap over.
III. Benoeming leden van de commissie, bedoeld in artikel 8 van de Woon-
ruimtewet (volgno. 98)
Uitgebracht werden 19 stemmen op mevrouw G. J. Jonkheid-Beemster
en op de heren Th. A. G. Bekker, C. Brandsma, ir. J. Kooijmans en H. D.
Vooren, zodat dezen benoemd werden. De heer Brandsma heeft zich van
stemming onthouden.
IV. Reorganisatie schoolplein openbare Vooi-wegschool (volgno. 100)
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor onderwijs en culturele
zaken zich met dit voorstel kan verenigen.
De heer Van Emmerik heeft met grote belangstelling kennis genomen
van het plan tot reorganisatie van het voor- en achterplein van de Voor-
wegschool, voortgekomen uit initiatief van de ouders. Br is een schets
gemaakt die een aantal leuke elementen bevat, zoals zitkuilen, waar men
gezellig in clubjes bijeen kan zitten, springpalen, hihkelgelegenheden, een
eigen werktuin, enzovoort. Een schets die ook in zijn geheel een aantrek-
kelijke opzet levert, en naar sprekers mening mooi aansluit op de ge-
slaagde modemisering van het schoolgebouw. De schets biedt ten aanzien
r
I