250 25 oktober 1973 worden gesteld. Het zal misschien onder de druk van de omstandigheden en met het naderend winterseizoen voor de deur weiiicht tot te grote konsekwenties ieiden wanneer deze werkzaamheden moeten worden° uit- gesteld, maar spreker meent dat de wethouder in dit opzicht een rijke er- varing heeft in het civiele recht en dus zeker wel weet of er eventueel een mogelijkheid is om de rechten tooh zoveel mogeiijk te reserveren en niet- temin de werkzaamheden als zodanig te laten doorgaan. Wat dat betreft meent spreker ook namens zijn fractiegenoten te spreken wanneer hij stelt dat hij dit krediet niet zou willen tegenhouden als de konsekwentie daar- van is dat de bewoners van de fiats, die toch al reohts en links met het euvel van een nieuwbouwproject worden geconfronteerd, hier op eniger- lei wijze de nadelige konsekwenties van zouden moeten ondervinden. Voorts zegt spreker dat in zijn fractie de vraag is gesteld of het moge- hjk is om het leidingnet, dat op het ogenblik de diverse fiatgebouwen met elkaar verbindt, in ieder geval in zoverre in reserve te 'houden, dat als op een gegeven moment in één of ander fiatcomplex, waar nu individueel de ketels zullen worden gepiaatst, nog eens een bepaalde storing optreedt, dan met een koppeling een verbinding tot stand kan worden gebracht met de bestaande leiding van de ene ketel naar die in een ander compiex. De fractie van de heer Kettenis wil niet zo ver gaan om dit krediet nu niet te voteren, maar terugkomende op het antwoord van de wethouder zegt spreker nog steeds niet gehoord te hebben of er in het nieuwe con- tract een duidelijke aansprakelijkheidsclausuie is ingebouwd, zodanig dat de gemeente aiie garanties heeft dat als er eventueel iets zou kunnen gebeuren wat men nu nog niet kan overzien, dit dan te zijner tijd opge- vangen kan worden. Wethouder Van Wijk acht de opmerking van de heer De Ruiter, dat wij bezig zijn nu al de verdediging op te stellen voor een ander, bepaald on- juist. Als men op dit moment overweegt wat een ander zou kunnen stellen, dan is dat niet om die ander de verdediging in de mond te geven, maar om zi)n eigen standpunt te gaan bepalen. De hoofdaannemer zal zich op het standpunt stellen dat de ketels in elk geval goed zijn geweest. Voor de rest zaä hij in zijn bestek nagaan wat er staat vermeid met betrekking tot de verwarming. Met name is ook vam belang wie verantwoordelijk is voor het bestek. Naar sprekers mening is dat de architect. En als er met betrekking tot de isolatie niets in staat voorzover spreker bekend staat daar niets over in en als de voorgeschreven radiatoren en de geplaatste keteis niet goed zÜn geweest, bijvoonbeeld te licht, dan zal naar sprekers gevoelen de aan- nemer direct het standpunt innemen dat men dan bij hem zoiets niet moet besteiien. Wanneer de aannemer duidelijk zelf vanuit eigen deskundigheid constateert dat dit niet kan dan moet hij dat zeggen; dat zou niet alleen fatsoenlijk zijn, maar juridisch ook noodzakelijk. Als men niet kan aan- tonen dat niet volgens bestek gepresteerd is, of indien het bestek op zich- zelf onvoldoende beschrijving bevat, of een onduidelijkheid inhoudt dan ziet spreker nog niet direct de aansprakeiijkheid voor de aannémer, want dan verweert deze zloh met de stelling dat hij precies heeft geleverd wat hij moest leveren, en dat, als het geleverde niet goed is de opdracht- gever hem maar iets anders had moeten laten leveren. Als de heer Riicker stelt dat spreker een en ander ,,gelaten" naar voren heeft gebracht, zegt spreker dat men in dergelijke zaken moeilijk enthou- siast kan doen; men kan ook niet in tranen uitbarsten, want ook dat heeft weinig zin. Men staat nu eenmaaJl bij het feit dat er brokken zijn en men staat bovendien voor de winter, zodat de reparatie dus snel moet ge- beuren. Dit sluit naar sprekers gevoelen zelfs niet uit een alsnog aan- sprakelijk stellen van een derde. Wanneer men zelf schade repareert of door een ander laat repareren omdat het stadium waarin dat moet ge-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 10