27® 29 november 1973 getrokken tot de door de wetgever beoogde verhouding van 1.25 1. De fractie van de heer Van den Briel is verheugd over de gedachte die Sefd te^evTb24 heCei?ber 1970 Zit' °m de g*meenten mfer zelfstam i I J un fmancie)e Poütiek. Natuurlijk moet men deze een ?Kmooi vinden. In de begroting voor 1974, die over een totaall>edrag van 50 miljoen gulden gaat, is voor 1,4 miljoen in- ^^îfe11 ?eraamd Ult de Personele-, grond- en straatbeiastmg, terwijl vol- gens de rneuwe regelmg in 1975 een bedrag van ongeveer 1,8 miijoen ver- kregen zal kunnen worden uit de nieuwe onroerend-goedbelasting. Dat is een bedrag vajn ongeveer 4%; dus zoveel armslag geeft het de gemeente- £ÄrS ntet leel beianSr«ker ie echter dat de gemeente nu z?lfde bePalen °P een manier, aangepast aan de plaatselijke toestanden en aan de specifieke omstandigjheden van de eigen omgevin°- door beschikbare ruimtc niet ^roobtoch is er een mogeffi om door tariefswijzigmgen een hogere of lagere opbrengst zelf te bepalen het^ mLSîifk noodzakelijkheid van de gemeentelijke financiën. Hoewei het mogeiijk zou zijn om de mvoering van de onroerend-goedbelasting pas op 1 januari 1979 te laten ingaan, heeft het college, zeer terecht Dmhletm V°°r stelien dit zo sPeedig mogeiijk te doen. Het groté probleem bij deze meuwe belasting is wei het söhatten van de heffings- f nameiijk de_waarde in het economisch verkeer, indien de volle en onbezwaarde eigendom daarvan zou worden overgedragen en de ver- krijger het goed onmiddellijk in feitelijk gebruik zou nemen Dit is dan ongeveer de tekst van het uitvoeringsbesluit, hetgeen Zzeggen? veï kopen zonder dat het pand bewoond is. Hoewei het bepalen van deze waarde geen eenvoudige zaak is, lijkt het spreker toch de beste manier tn de vergadermgen van de financiële commissie, die aan dit onderwerp faiTo waren, is al duidelijk gebleken met hoeveei zorg en kennis van hKhh11 ambtenaren van de afdeiing beiastingen deze zaak bekeken hebben en hoe reeel hun piannen zijn om deze moeilijke waardebepaiing tot een goed einde te brengen. Dit werk moet toch gebeuren en hoe eer! der men ermee begint, hoe beter het is, temeer daar iedere drie jaar een kf! Zv Plaatsvinden en men dus de ontwikkeling van de prijzen kan volgen. Zeer duidelijk is door het college gesteld en daar kan spreker zich praktiseh geheei achter steilen, dat d! o|bren^t va^de meuw! b" hrfW 3 l6 e, ^meente betzelfde moet zijn als de tegenwoordige heffmg van personele-, grond- en straatbelasting, inclusief de opcenten h dnU naar. het n->k ë'aan- Een g-evolg hiervan is dat de tarieven van deze bedragen uitgaan en het zou kunnen gebeuren dat de in de thans voor- hf^ende v?rordenin| genoemde tarieven herzien worden om deze gelijke Hît f6 S'arandleren. Wat er in de toekomst gaat gebeuren ligt op tmomen. no? m dlellte nevels. Al is dan ongeveer de totaai-opbrengst Df^dehnvb^r16 zullen wel degelÄk verschillen optreden. de bÄn ^,Mgen 6eft 6611 lijSt °PSesteld' waarvoor zijn dank aan betrokken ambtenaren, van een aantal woningen en zakenpanden ^ana"n ™or dle gevallen de aanslag van grond- en straatbelasting en die van de personele belastmg, exclusief kinderaftrek, naast de bedragen ziin gesteld, die in de toekomst betaald moeten worden op grond van d! meuwe onroerend-goedbelasting. De verschillen zijn klein en meestal zijn de meuwe bedragen, dus die van de onroerend-goedbelasting laag ofüot natuurlbk wel in rekening brengen dat deze uitgaan van de personele belastmg zonder aftrek van de kinderaftrek, dus ge'heel reëel hikt Bh ffn^er^^'h111^ t0Ch Zit Weini£ verscllil ln dat dit gunstig jkt. Bij een eerste bestudermg van de verordening leek het dat voor een SCCnaie^°eP' g-ehruikers van bedrijfspanden, fabrieken, winkels en hantoren' de nieuwe ,belastmgsfeer onvoordelig zou zijn. Volgens de boven- genoemde lijst, die men natuuriijk ais zeer globaal moet beschouwen valt erg mee en S&a-t het om kleine bedragen. Uit deze gegevens blijk't dus

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1973 | | pagina 18