'T'9
29 november 1973
297
dachten wisselen waarvan spreker niet begrtjpt dat -dit balken betreft
die toch tegen een aanzienlijk lagere prijs in voorraad moeten liggen dan
de normale aankoopprijs van dat soort materiaal.
In de tweede plaats merkt spreker op dat uit de tekening blijkt dat er
een effectieve brugbreedte gemaakt wordt van 1,25 m., terwijl het aan-
sluitende pad een breedte heeft van 1,50 m. In sprekers fractie heeft men
zich afgevraagd of dit nu wel nodig is en of de brug ook niet 1,50 m. breed
gemaakt kan worden. Dat lijkt spreker, gelet ook op het landhoofd dat
onder de bestaande brug zit, niet onmogelijk.
De heer Kuiper is verheugd dat het college met dit voorstel is gekomen.
Aannemende dat de raad zich met dit voorstel kan verenigen, wil spreker
gaarne zijn dank uitspreken namens de weggebruikers de voetgangers
en de fietsers maar ook namens de bewoners, die nu elk ogenb'lik
schrikmomenten beleven. De brug betekent een uitkomst voor de weg-
gebruikers en de verkeersveiligheid zal er ten zeerste mee gediend zijn.
Wethouder Van Wijk antwoordt dat enige tijd geleden alle stalen balken
voorradig waren, maar als spreker de directeur goed heeft begrepen, is
dit nu nog maar slechts zeer ten dele het gevai. Er moet dus een dee'l
worden aangekocht, terwijl een ander deel nog uit voorraad kan worden
gebruikt. De balken die thans niet meer voorradig zijn, zijn inmiddels ge-
bruikt voor andere doeleinden, die ook nuttig waren en die dus ook geffl
gekost zouden hebben als ze nieuw hadden moeten worden aangeschaft.
Het college meent dat een breedte van de brug van 1,25 genoeg is. Een
breedte van 1,50 is technisch uitvoerbaar, doch zal aanzieniijk meer kosten
met zich meebrengen. Spreker kan op dit moment niet zeggen hoeveel,
maar is bereid dit nog na te gaan. Het zal natuurlijk maar heel weinig
gebeuren dat een wandelaar en een bromfietser die eigenlijk niet over
de brug mag, maar er toch wel wordt toegelaten zich toevallig allebei
op hetzelfde tijdstip ter plaatse bevinden, ofschoon ook dan nog, zoais
spreker is verteld, passeren wel mogelijk is.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XIV. Elektriciteitsaansluiting Glipperweg 96 (volgno. 122).
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de gas-, water- en
elektriciteitsbedrijven zic'h met het voorstel kan verenigen.
Het ontwerp-besluit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
XV. Derde wijziging verordening prijzen gas, water en elektriciteit
(volgno. 123).
De voorzitter deelt mede dat de commissie voor de gas-, water- en
elektriciteitsbedrijven zich met het voorstel kan verenigen.
De heer Jager moet zeggen dat bij het lezen van dit voorstel een licht
gevoel van wrevel allengs groter werd naarmate hij daarmee verder
kwam. Dat ligt niet in de voorgestelde prijsverhoging op zich, maar eerder
in de aangevoerde argumentatie voor deze prijsverhoging. Die argumen-
tatie is overigens niet van het college zelf, dat onderkent spreker duidelijk;
deze is voor een belangrijk deel afkomstig van de kant van het ministerie
en van de gezamenlijke gasbedrijven. De argumenten op zich zijn ook
volkomen juist. Maar als men ziet hoe nog geen jaar geleden de burger
op alle mogeiijke manieren middels reclame onder pressie werd gezet om
toch maar meer aardgas te gaan gebruiken, dan komen de nu gehanteerde
argumenten toch wei in een wat bijzonder daglicht te staan. Eind 1971
hield de toenmalige fractievoorzitter van sprekers partij in de Tweede
Kamer een algemene beschouwing over het dreigende structurele energie-
tekort dat ons wachtte. Hij werd toen als een onheiisprofeet zoals gebrui-