t
29 november 1973
299
profiteren. Spreker vindt dat geen argument voor een prijsverhoging, en
nu dat zo nadrukkelijk hierin doorklinkt, meent hij dat hij daar zijn on-
genoegen over moet uitspreken. Bovendien wijst hij erop dat de verho-
ging nogal drastisch is. Spreker kreeg aanvankelijk de indruk, toen de
wethouder in de commissievergadering met dit plan als een soort aan-
kondiging naar voren kwam, dat het hier zou gaan om ongeveer één cent
verhoging. Daar stond dan tegenover dat er ook weer wat terug zou
komen ter vergoeding aan de instantie voor te verlenen administratieve
diensten. Maar als men het voorstel nu bekijkt en men denkt aan een ge-
middelde gébruiker van gasverwarming, dan ziet men een stijging van
bijna 20%, in de orde van grootte van 80,tot 100,per jaar. Dat
acht spreker een zeer drastische verhoging, en het is he'lemaal niet uit-
gesloten dat ook deze verhoging zeer binnenkort door nieuwe verhogingen
zal worden gevolgd.
Voorts zegt spreker dat in de commissie ook uitvoerig is gesproken
over het lekverlies. Hij heeft uit de mededelingen van de directeur de in-
druk gekregen dat het met het lekverlies moeilijker zit dan men altijd
heeft gedacht en gehoopt. Spreker kreeg bijna de indruk, en hij hoopt dat
de wethouder een wat geruststellender verklaring kan geven, dat het
buizenste'lsel hetzij helemaal vernieuwd of grotendeels vemieuwd moet
worden. Spreker vraagt zich af hoe dit gefinancierd moet worden en of
men dan niet terug moet komen op het systeem van het plaatsen van een
bedrag op de rekening voor lekbestrijding. Hij vraagt of men niet veel
meer de kant uit moet van kapitaalsinvesteringen, en de rente en af-
lossing daarvan op de jaarrekening brengen. Dat zal, meent spreker, een
gezondere bedrijfspolitiek zijn dan op dit ogenblik het geval is.
Ook de heer De Buiter kon zioh niet onttrekken aan een licht gevoel van
wrevel toen hij dit voorstel voor het eerst 'las. Hij herinnert zich dat het
nog maar ongeveer een jaar geleden is dat de verzekering werd gegeven
dat nu dan wel de aardgasprijzen werden verhoogd, maar dat dit dan ook
wel voor de laatste keer was voor vijf jaar. Nu is het toch weer zover en
de argumentatie spreekt hem helemaal niet aan. Eén punt in het voorstel
van het college spreekt hem wel aan als het college zegt: we kunnen niet
anders. En als zodanig heeft spreker geen enkele behoefte om zich tegen
het voorstel te verzetten. Hij wil in dit verband graag aanhaken bij het
betoog van de heer Jager. Ook spreker zou er vôôr zijn als er van ge-
meentezijde initiatieven in de riohting als door de heer Jager bedoeld wer-
den ontplooid. Spreker denkt er daarbij ook aan dat men nog steeds veel
buitenverlichting ziet branden, om maar een voorbeeld te noemen en inder-
daad veel open gordijnen. Wellicht zou er een mogelijkheid zijn om de
mensen daar eens vriendelijk op te attenderen.
Over de lekbestrijding zijn in de afdelingsvergadering vragen gesteld.
Als het besluit wordt genomen dat het college thans voorstelt om te ne-
men, dan wordt er geen enkel besluit genomen over de lekbestrijding. Als
zodanig gaat spreker met dit voorstel akkoord, maar dat impliceert wel
dat zijn fractie zich terzake de lekbestrijding het spreken voorbehoudt
tijdens de komende begrotingsvergaderingen.
De heer Van der Hulst is van mening dat steeds meer blijkt dat we
misschien ook wel door de klimatologische omstandigheden van Neder-
land, enorme verkwisters zijn, vooral in de zin van het niet aanbrengen
van goede isolatie in onze woningen. Dit punt heeft de heer Jager dan
ook terecht bij dit voorstel betrokken. Men zal heel snel moeten beginnen
om in die zaken een aktieve pohtiek te gaan voeren, want als men weet
dat de Nederlander gemiddeld 1,50 per jaar aan isolatie besteed, terwijl
dit in een land als Zweden ligt in de categorie van 13,—, dan begrijpt
men wel hoe het daarmee in ons land gesteld is. Door de klimatologische
omstandigheden, dus door het zeeklimaat, is men in Nederland niet zo