4e afd.
28 februari 1974
28 a, b.
VASTSTELLING GETAL WEKELIJKSE LESUREN VAKONDERWIJS AAN OPENBARE
SCHOLEN EN
VOORSCHOT VERGOEDING VAKONDERWIJS BIJZONDERE SCHOLEN OVER 1974.
Heeiastede, 12 februari 1974.
Aan de Raad,
Ingevolge artikel 101 bis, eerste lid der Lager-onderwijswet 1920
dient vöör 1 maart van elk jaar voor de daarvoor in aanmerking komen-
de openbare scholen te worden bepaald het getal wekelijkse lesuren,
gedurende hetwelk vakor.derwijs zal worden gegeven. Dit getal wordt
bepaald door deling van het totaal getal per week te geven uren (van
60 minuten) vakonderwijs door het getal verplichte leerkrachten.
Voor de openbare scholen voor lager onderwijs bedragen deze getal-
len 49,5 en 23. Het in het eerste lid van genoemd artikel bedoeld
getal wekelijkse lesuren vakonderwijsgedurende hetwelk in 1974
vakonderwijs wordt gegeven, kan derhalve voor het openbaar lager on-
derwijs worden bepaald op 49,5 23 2,15217.
Krachtens het bepaalde in het derde lid van artikel 101 bis, maken
de besturen der bijzondere scholen voor de beloning van vakonderwijs
aanspraak op een vergoeding, welke wordt bepaald met inachtneming
van bovengenoemd getal wekelijkse lesuren, vermenigvuldigd met het
getal verplichte onderwijzers en een beloning tot een bedrag, waarop
de vakonderwijzers volgens de gemeentelijke salarisregeling aan-
spraak zouden hebben gemaakt. Deze vergoeding mag in geen geval het
bedrag der werkelijke uitgaven van het schoolbestuur overschrijden
De besturen der bijzondere scholen hebben, overeenkomstig het vijfde
lid, verzocht een voorschot op de vergoeding toe te kennen.
Onder aanbieding van twee ontwerp-besluiten stellen wij u voor over
te gaan tot vaststelling van het getal wekelijkse lesuren vakonderwijs
en te besluiten tot toekenning van een voorschot op de vergoeding vak-
onderwijs aan de besturen der bijzondere scholen.
Burgemeester en wethouders van Heemstede,
De secretaris, De burgemeester,
J.M. Kruitwagen. W.H.D. Quarles van Ufford.