28 maart 1974
15
voortgang vinden naar de kust. Nu kan men wel stelien dat die weg tus
sen Heemstede en Haarlem moet lopen, maar als men de Haarlemmerhou.
wil sparendan zal men de Zuiderhout waarschijnl îjk moeten aantasten
Mevrouw Diel heeft opgemerkt dat dan wat huizen afgebroken moeten wor
den. Soms verbaast spreker zich dat de mensenin deze tijd zo °e-
vreesd zijn om iets radikaals te doen. Elk huisje staat aan elke be-
hoorlijke beslissing in de weg. Reeds eerder hee.t spreker al ee' s
gesteld dat de wereld er op het moment raar zou untzien a!s men vroe-
ger niets had durven opruimen om er îets beters voor in de plaaüS
zetten. Als men vraagt wat er ailemaal moet gebeuren dDn zal er naa
sprekers gevoelen hee'l wat moeten gebeuren. Hij znet geen enkele op-
lossing in hetgeen de minister op het moment voorsteit.
De heer Jaaer merkt ten aanzien van de datum 10 apri1 op dat hem
die datum bTHÏÏën deze regio ter ore is gekomen van een amDtenaar van
Haariem. Spreker meent dat de uitnodiging voor dat gesprek ook via
Haariem zou zijn gekomen, omdat ook de brief van de minister
Haarlem is binnengekomen. Hij meent dat daarin waarschijniij - g
vertraging is gaan zitten. Het rekest was namelijk ook ^"7.
uit het I.S.K. en het-secretariaat van het I.S.K. op dit punt zetei-
in het stadhuis van Haarlem. Spreker vindt dat rr.et name uiz de bena-
dering van dit vraagstuk door de heer Van Wij* bl-ijkt dat het col le-
qe een volstrekt andere benadering van de ruimtelijke ordening en de
daarin vervatte verkeersproblematiek heeft. Spreker acht he.. een
uiterst liberale benadering als men stelt dat men moet reageren op
het aanbod van het verkeer; hieruit spreekt het marktmechamsme, wat
hem in het geheel niet aanspreekt.
Verder heeft spreker moeite met de reaktie van het co.lege op de
brief van de minister, in zoverre dat hij toch duidelijk aankondigt
dat hij het standpunt van de coll.eges van burgemeester en wethouders
wil weten ten aanzien van zi jn aanvankel i jk voorneraen om een aanwij-
zinq te qaan geven in deze zin. Dan lijkt het spreker dat hei colle-
ae, voordat dat overieg gaat plaatsvinden, een standpunt zou inoeten
bepalenen naar zijn mening in deze tijd een standpunt zai gaan be-
palen in overleg met de raad. Spreker hoopt dat dnt overieg n ,et zo
lang op zich zal late-n wachten, omdat hij vindt dat er nu eindelijk
eens gewerkt moet worden aan oplossingen, în welke zin dan ook.
Mevrouw Diel merkt over de recreatie naar Zandvoort op dat die
naar haar gevoel niet in eindeloze mate kan doorgaan. Het moet er
in ae toekomst naar toe dat de recreatiegebieden om het Roergebied
en ook om Amsterdam heen moeten komen. Men is ook al druk doende
met het gebied van Spaarnwoude. Spreekster heeft als kind ook în
Amsterdam gewoond; het was, toen de auto nog me. bes^ond, heeri ,j
in Amsterdam, waar zij toen veel heeft kunnen wandelen. Vanwege de
auto gaat men thans naar de recreatiegebieden. Daarom meent zij
er van bovenaf een aantal maatregelen genomen moeten worden, want
zij qelooft niet dat vanuit de mensen zelf een beperking van he-
autogebruik naar voren zal komen; iedereen zal yan zijn auto Se'
bruik blijven maken. Men kar. in ieder geval met emde.oos doorgaan
met wegen aan te leggen. In dit verband vraagt zij, nu de Schouw-
broekerbrug aangelegd is, of dit ontlastend heeft gewerkt voor de
Rustenburgerbrug. Zij bestrijdt met dit voorbeeld het standpunt van
het coliege dat uitbreiding van wegkapaciteit met betekent dat net
meer verkeer aantrekt.
