28 maart 1-974
5
Toan sDreker daarover kontakt opnam, bleek dat er smds 1 janua"
10 ionaelui in opleiding waren, die päs over 2 jaar zouden kunnen
worden afgeleverd Het college heeft daarop een brief.doen uitgaan
aan orofessor Siilevis Smitt om zich nog eens nader uit te spreKen.
Mogelijk dat hier nog wat mogelijkheden zijn voor wat de preventie
SDreker'deelt noq mede dat van de zijde van de schoolbesturen
geopperd om het dan zo mogelijk door de school-tanda^e laten f
Maar nok dat qaf moei1ijkhedenomdat men dan maar de helft van de
leeriingen heeft en men bovendien de ouders zou "°eten u^n° 9en"
Ook de schooiartsen hebben daar grote moeitemee, die zien de kjnde
ren ook niet zô vaak, en zij zouden dan eventueei weer debatten moe
ten aanaaan met ouders die bezwaren hebben. Dan verlegt men een stuk
van de verantwoordeiijkheid van het gemeentebestuur naar de s^olen.
Op dit moment ziet spreker dus met veel mogelijkheden, bchoude
dan het gesprek dat nog zal volgen met professor Sillevis SmUt.
Overeenkomstiq het voorstei van burgemeester en wethouders wordt
het stuk! vermeld onder punt 22, zonder hoofdeiijke stemming, voor
kennisgeving aangenomen.
23 Schrijven van de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke
ordening inzake de afdoening herziening 1970 van het streekpian
voor Zuid-Kennemerland.
Burqemeester en wethouders hebben met teleurstelling van de in-
houd van deze brief kennis genomen, omdat het hienn ,naen9e1e9de
standpunt geen enkeie bijdrage ievert voor de oplossing van de
wegenproblematiek in deze streek. Het aanvaaroen van dit stan
Dunt betekent dat de overlast van het verkeer voor het wonen zal
blijven bestaan. Wij achten dit in strijd met de be angen van
deze qemeente. De motie welke ae raad m zijn vergadenng van 21
december 1973 heeft aangenomen met betrekking tot de wegenstruc
tuurinZuid-Kennemerlandis thans uiteraard niet opportuun meer.
Een verzoek aan de minister,als in die motie gevraagd, zal
achterwege blijven.
De heer Rücker zegt dat de fracties van de P.C.G. en van de K.V.P.
met het colleqe e'rnstig teieurgesteld zijn over de inhoud van het
schrijven van de minister van volkshuisvesting en ruimtelijke orde-
ninq Speciaal de door de minister aangehaalde overwegingen, welke
uiteindelijk tot het voor Heemstede zo uitermate negatieve standPunt
hebben geleid, heeft in de door hem genoemde fractTes veel "een^an^'
zo niet irritatie, opgeroepen. Hij acht het weinig zinvol om ttians
onder meer door Heemstede aangevoerde motieven, weike u}te<'nde d
tot een bepaalde gemeentelijke besluitvorming hebben geieid, nogmaals
de revue te laten passeren; de P.C.G. en K.V.P.-fracties waren en
ziin ook thans nog ervan overtuigd dat hun overwegingen reeel waren
en hun keuze destijds werd geieid door het feit dat onze leefgemeen-
schap sceciaal gedurende het zomerseizoen wordt gekonfronteerd met de
wurgende greep, welke het verkeersmonster op onze gemeente heeft. De
minister en zijn raadsüeden hebben biijkens de aan^^'JV1^
voortdurende zorg voor de aantasting van het natuurschoon. Spireke
deelt deze zorg, doch het verzieken van ons leefnniieu ts een zaak
weike hem met nög groter zorg vervult. Wanneer men tot een keuze ge