6
31 oktober 1974
aan een regeling waarbij een garantie voor het expioitatietekort wordt
gegeven van een bepaald percentage.
Dat percentage zou dan geen 100 kunnen zijn, maar lager, afhankelijk
van het resultaat van het onderzoek dat spreker voorstaat.
De voorzitter konstateert dat het voorstel van de heer Reeringh vol-
doende wordt ondersteund en dus tevens punt van bespreking uitmaakt.
De heer De Ruiter zegt dat een groep enthousiaste jonge mensen de
handen în elkaar heeft geslagen, en zelfs in zekere zin op de moderne
>.0er zijn gegaan door een fusie te sluiten met een andere club, en
hebben besioten om te komen tot de stichting van een nieuw clubhuis.
can goed initiatief, dat -in het algemeen de saamhorigheid bevordert,
en dat met veel enthousiasme is aangepakt. Een enthousiasme dat ook
daarin tot uitdrukking komt, dat een groot aantal leden toezeggingen
doet in de zin van materiële inbreng in de vorm van arbeid, vakkennisen
ergelîjke. Maar zoals met alie initiatieven van dergelijke aard: de
tijd verstrijkt en daarmee helaas vaak ook iets van het eerste vuur dat
is opgelaaidEen onvermi jdel ijk verschijnsel datmen in iedere organisatie
kan aantreffen. Dat is dan ook de hoofdoorzaak waarom de kosten, be-
halve de zuiver aanwijsbare technische gegevens, belangrijk hoger zijn
geworden dan van meet af aan is geraamd. Maar niettemin: het initiatief
is blijven bestaan en een kieine 300 voetballers, waarvan een groot aan-
tal kleine voetbaliers, zag zich terecht komen in het clubhuis van de
stichting V.E.W.-Heemstede. Daarmee was aan een belangrijke doelstelling
voldaan. Men_zou kunnen zeggen dat men nu met de brokken zit, niet hele-
maal natuurlijk, want het clubhuis is er, dat moet men zich gôed voor
ogen stellen. Ook als men verkeerd heeft geraamd is dat nog geen garantie
dat men het clubhuis voor een lager bedrag zou hebben kunnen stichten.
öovendien kan men niet ontkennen dat ook het element van ontbreken van
Vakdiscipline bij het bouwen van clubhuizen, in het aigemeen bij het
bouwen, hierbij een rol speelt. Spreker verwijst in dit verband naar het
■eit, dat ookde gemeente en haar dienst Openbare Werken menigmaal ge-
konfronteerd is geweest met kostenoverschrijdingen, waarcvee de raad de
grootste moeite had om ze te verteren en te verklaren. Hij denkt hierbij
aan een recent geval; de kleedgebouwen op het tennispark, en aan een
ouder gevalde kostenoverschrijding van het poiitiebureau, en voorts
aan de kostenoverschrijdingen bij de bouw van het raadhuis. Even zovele
voorbeelden vanhet feit dat het ook voor mensen die dagelijks en volle-
dig ingevoerd zijn in deze vakdiscipline, bijzonder moeilijk blijkt te
zijn om bouwwerken op de juiste wijze te ramen en niet met lelijke
kleerscheuren aan het eind van de rit daaruit te voorschijn te komen
Spreker îs het overigens eens met de opvatting, zoals trouwens ook ten
opzicnte van gemeentelijke bouwwerken wordt toegepast, om tijdens de
nt meer inzicht te hebben in de overschrijdingen en in de financiële
konsekwenties daarvan. Hij meent dat de raad er in de praktijk van de
laatste jaren al een paar keer aan heeft geproefd dat het mogelijk is
dat het college tussentijds in de commissies meiding maakt van verwachte
overschrijdingen van bepaalde projekten. Dat is een goede procedure die
hij graag ook geïntroduceerd zou zien voor bouwwerken die niet helemaal
in de direkte gemeentelijke sfeer liggen. Met ondersteuning van deze ge-
dacnte dat dit gewenst is, acht hij het in dit stadium onjuist om deze
club na dit enthousiasme in de kou te iaten staan. Dat is natuurlijk iets