28 novem.ber 1974
9
technische mensen over de vraag hoe we met elkaar verschillende on-
aangenaamheden kunnen proberen te voorkomen.
Spreker kan niet garanderen dat dit altijd te voorkomen valt, maar
wil toezeggen dat ook de diensten - die toezegging heeft hij bij
voorbaat al gekregen - graag wilien meewerken om de zaak optimaal
te begeleiden en te kontroleren. Spreker geiooft wel dat hij zeker
ook namens het heie college spreekt als hij zegt dat ook het coliege
het uiteraard betreurt dat er een extra krediet moet worden aange-
vraagd omdat posten zijn overschreden.
Dat de raadscommissies in een wat laat stadium bij de zaak betrokken
zijn is waar.
Spreker betreurt dat. Het was prettiger geweest als men van tevoren
daarover even met elkaar had kunnen praten. Spreker heeft daar aile
begrip voor en wil gaarne toezeggen dat het coliege bij andere ge-
iegenheden zijn uiterste best zal doen om tijdig met de commissies
overleg te kunnen plegen. Er was hier echter sprake van tijdnood.
Wethouder Van Drooge brengt naar voren dat enkele raadsleden het
betreuren dat met name de werkelijke uitgaven voor de stoffering en
meubilerina bijzonder ver van de oorspronkelijke raming afliggen.
De heer Van Emmerik heeft daarbij gesteid dat er indertijd bij de
eerste kredietaanvraag was gezegd dat dit een voorlopig bedrag was,
maar dat, wanneer de bedragen zo ver overschreden worden, het inder-
daad beter is om een memoriepost in te stellen, en in een later sta-
dium, wanneer meer zekerheid over deze bedragen bestaat, daarvoor
een krediet aan de raad te vragen. Of het zo eenvoudig is als ae heer
Schlatmann heeft gesteld, namelijk dat we ons tot de inspecteur van het
lager onderwijs hadden kunnen wenden, gezien het bijzonderekarakter
van deze schoolom een exacte raming te kunnen geven, v;aagt spreker
te bewijfeien. Hij had wellicht een betere raming kunnen geven dan
waar het bedrag nu in uitgemond is. Dat geeft spreker hem gaarne toe.
Er is veel gesproken over de speeiruimte, waarover de leden, met name
van de onderwijscommissie, graag hadden willen discussieëren. Spreker
kan dat volledig begrijpen.
Mêt de wethouder voor openbare werken hoopt hij dat in de toekomst een
situatie als nu is opgetreden, vermeden zal kunnen worden en dat deze
inspraak tijdiger zai kunnen plaatshebben. Over de smaak valt daarbij
natuurlijk moeilijk te twisten. De heer Van Emmerik heeft lofwoorden
gesproken over dit speelterrein en over de wijze waarop het geintegreerd
is in de omgeving. Anderen denken dat de buurtbewoners dat minder op
prijs zouden stellen. We zullen uiteraard moeten afwachten waar de
werkelijkheid ligt. Mevrouw Snoep betreurt dat de ruimte voor het speel-
terrein zo gering is, maar dat was natuurlijk in een eerder stadium al
vastgelegd. Er moest gewoekerd worden met de ruimte die er op dat mo-
ment was en spreker meent dat hier - dat is een kwestie van persoon-
lijke smaak - het optimale was bereikt. Voorts merkt spreker op dat het
natuurlijk niet essentieel is voor het kopje koffie voor de onderwij-
zers dat het terrein aan de andere kant als het ware buiten het eigen-
lijke speelterrein gesitueerd is. Als er toezicht moet worden gehouden,
dan moet dat ook gebeuren en dan kan men net zo goed geen koffie
drinken.
Mevrouw Snoep zegt dat als op de speelweide gespeeld wordt daar ie-
mand bij aanwezig moet zijn, omdat het te ver verwijderd is van de school