Psüa:
s stäïïjh S-„e:ds?r;snse;e;n sr
19 december 1974
Spreker meent dat de heer Reeringh er zeker van kan zijn dat het
nimmer - en dat zal ook met voortvloeien uit de uitgangspunten zo-
als die door de oude raad" zijn aanvaard - een oogmerk zou kunnen
inderdaad^het te Z1'6n toLemen °We zouden
ri^* w ^?afr achter de wagen spannen als onze maatreqelen
dat zouden uitlokken. De gemeente is thans in een worstelinq betrok-
InzakP Hp T Van ,!1?atre9elen elders positief om te buigen.
dât hnïpl rfî H-rege -ng van h8t huidi9e Sewest merkt spreker op
dat, hoewel de dTscuss^e op gang kan komen ten aanzien van de nu
riatSWpen0htS UUr?ch8tS' °ok het standPunt verdedigd kan worden
de echte discussie pas mede naar aanleiding van het verschiinen
van de gewestwet "body" zal krijgen. Aan de andere kant Is het
college voornemens om de-mogeiijkheid van bestudering van de struk-
zaken in rip opefen en zal de commissie voor algemene bestuurs-
van h h ri eerstkomende vergadering hierover en over de procedure
van behandeling spreken. Het is in het beleid van de minister van
60 andr zaken zo ?eformuleerd dat de tervisielegging van het
wet MS? ri wordt te zijn ingegaan bij de publikatie van de qewest-
inriâi^ 56r Rulter 1S spreker van oordeel dat de toekomstiqe
îndel ng van de gewesten geen stilstand ten aanzien vantakenbe-
oordeling of een niet verder taxeren en poisen van bereidheid binnen
het gewest, tot gevoig behoeft te hebben. Het dagelijks bestuur
n het gewest îs ook geen andere mening toegedaan en zal de dis-
kussie rondom de taken zeker verder aktiveren
De sombere beschouwing ten aanzien van de moloch-aspekten van het
eerird6n riUitfriraard niet alleen doon sPreker, maar door het
zijn voor^de tolSst. Van de Z66r belan9niJke zaken
De ruimtelijke ordening, zo zegt spreker, is één van de belanoriike
ementen - misschien niet een facet waarin nog veel muziek zit -
în een meerjaren-beschouwing.
Spreker is van mening dat dediscussies in de comnissie voor openbare orde
e tVeJp19 eld k0rte faestaan lnderdaad vruchten afwerpen; men heeft
a meer basTs kunnen geven aan discussies over een aantal onqetwiifeld
belangnjke zaken, misschien ook wel enigszins als voorlo?ers van
e discussies van straks, die dan uiteraard op veel meer facetten
Hpt rnii23 f1Jn'.waarbl'j spreker denkt aan de meerjaren-beschouwinq
is uit ri niet minder voor het lid van het collêge dat afkomstig
het rnii fraktle van de heer Jager dan voor welk ander lid van'
het college ook, dat in het college, dat collegiaal opereertl en
daar gelukk^g ook regel van maakt, voor het kunnen uitbrengen van
mmderheidsstandpunten, maar ook in de raad, uiteraard na mede-
deling in het college, alle ruimte aanwezig is. Daarvoor zijn qeen
andere konstruktTes noodzakelijk. Het beleidsprogramma zal ons
alleen zeet- intensief gaan bezighouden; een beleidsprogramma met
ook ruimte voor mmderheden. Hij wil zeker niet de gedachte wekken
ln een meerjarenbeleidsprogramma - wil het als een werkbasis
voor het gemeentebestuur dienen, dan betekent dat werKOasls
30