41
waarin het voetgangersgebied is opgenomen. Als dat gaat gebeuren, dan
zijn deze ieden bereid om een 1 te piaatsen bij H2.
De heer Van der Wal merkt op dat in eerste instantie van een drie-
tai leden van zijn fractie, mevrouw Bernelot Moens, mevrouw Snoep en
de heer Van Drooge, de voorkeur ging naar H1 en als tweede keus H2,
met H3 als ongewenst. De overige leden waren van mening dat H2 de voor-
keur genoot, H1 als tweede keus en H3 ongewenst is. Dit betekent ten
aanzien van H3 dat zijn fractie unaniem van mening is dat het uit prac-
tische overwegingen ongewenst is om dat als keuzemogelijkheid te han-
teren. Na intern beraad hebben de drie fractiegenoten, die hun voor-
keur gaven aan Hl, gemeend dit te moeten wijzigen, op grond van het
feit dat een aantai motieven die zij hadden voor hun keuze, zoais het
inkorten van de tuinen, verkeerstechnische overwegingen, middenstand,
enzovoort, naar hun mening aan de ontwerper kan worden overgelaten;
zij hebben voldoende vertrouwen in de ontwerper dat alle waarde aan
die punten wordt gegeven, die het nodig heeft. In verband daarmede is
dus de unanieme mening van sprekers fractie H2 als eerste, H1 als
tweede en H3 als ongewenst aan te merken.
De heer Rücker zegt dat na ampei overleg vijf leden van zijn frac-
tie voor H2 zijn; de heer De Jong blijft tegen. H1 is voor 4 leden
een tweede keus, voor één iid, de heer De Jong, een eerste keus, en
voor éën iid, de heer Van Emmerik, ongewenst. H3 is voor 5 leden on-
gewenst en voor 1 lid, de heer Van Emmerik, een tweede keus.
De heer Streefkerk merkt op dat onder het aanbre'ngen van een voet-
gangersgebied wordt verstaan: een gebied waar de auto niet mag komen.
Dat heeft ingrijpende invloed op de verkeersstructuurDus een ont-
werp waarin geen voetgangersgebied zit, heeft waarschijnlijk een an-
dere verkeersstructuur. Men kan dus niet zeggen: een voetgangersge-
bied is een alternatief op een bestaande struktuur, een plaatselijke
detailverandering. Bij zo'n struktuur heeft men weer een grote lijst
van doeleinden die dan ook weer prioriteit staan. Die hoeven daarbij
niet in dezelfde prioriteit te staan, omdat de raad nu een heel ander
beeld heeft van de inrichting van het centrum. In feite zou men op
dit moment moeten zeggen: we gaan een prioriteitskeuze bepalen tussen
A tot en met H2 en een prioriteitenlijst van A tot en met.H3. Dat is
waarschijnlijk zowel voor de raad als voor de ontwerper een enorm
karwei. Het is ook mogelijk om te stellen dat de ontwerper maar moet
proberen op een bepaalde plaats, waar het goed uitkomt, in een bepaald
verkeerssysteem een stop in te bouwen of om een pleintje in te richten
op een door hem uit te zoeken plaats in de prioriteitenlijst, die de
raad straks gaat bepalen. Een derde mogelijkheid is in de tabel een
kolom erbij te plaatsen en dus niet alleen H2 af te wegen maar ook H3
tegen de andere, en dan komt waarschijnlijk H2 ergens midden in de
prioriteiten te staan en H3 bij veel mensen onderaan, omdat zij H3
ongewenst verklaard hebben.
De voorzitter acht het duidelijk dat het voetgangersgebied bij een
vrij grote meerderheid ongewenst is. Daarom gelooft hij dat het com-
promis-voorstel van de heer Streefkerk om de ontwerper een kans te
geven ergens in een modelwaar het op zijn plaats is naar zijn mening,
27 februari 1975