42
27 februari
dit mee te nemen in de tweede fase. Het derde denkbeeld lijkt spreker
niet reëelgezien de zaken waar de raad het al over eens is.
De heer Jager meent, gezien het feit dat 11 van de 18 leden van de
raad H3 volstrekt onaanvaardbaar achten, dat het als een vorm van dik-
tatuur van de minderheid gezien zou kunnen worden om te proberen toch
die kolommenafweging door te zetten. Spreker gelooft dat hij namens
de drie mensen, die in ieder geval die wens van de inspraak gehono-
reerd zouden willen zien, kan zeggen dat zijn fractie genoegen neemt
met de laatste suggestie, namelijk de ontwerper het consigne mee te
geven te trachten ergens een dergelijke zaak in te passen, rekening
houdend met de prioriteiten die op de andere punten zijn gesteld.
De voorzitter brengt thans in stemming de rangorde ten aanzien van
H1 en W
De heer Van Emmerik deelt mede dat hij aanvankelijk H3 als eerste
keus en H2 als tweede keus had. In het fractioneel beraad en ook uit
overwegingen die al langer bij hem speelden ten aanzien van de onmo-
gelijke situatie die men krijgt met verkeersoplossingen, is hij omge-
switched, met dien verstande dat voor hem H1 ongewenst is, H2 eerste
keus en H3 tweede keus.
Uit de gehouden stemming blijkt dat ten aanzien van H1 1 stem is
uitgebracht op de eerste keus, 13 stemmen op de tweede keus, 1 stem
op de derde keus en 3 stemmen op ongewenst.
Ten aanzien van H2: 14 stemmen op de eerste keus en 4 stemmen op de
tweede keus.
Ten aanzien van H3: 3 stemmen op de eerste keus, 1 stem op de tweede
keus en 14 stemmen op ongewenst.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten H2 als eerste keus en
H1 als tweede keus te aanvaarden.
De heer Streefkerk vat zijn opdracht samen als volgt. Als in ëén
van de modellen blijkt dat een voetgangersgebied verrijkend werkt en
geen andere zaken de pas afsnijdt, dus goed past, dan gaat hij dat
daarin ontwerpen.
De voorzitter meent dat men ook moet vaststellen dat als men vindt
dat een voetgangersgebied ten onrechte in een model is weggelaten en
toch zou beantwoorden aan wat de heer Streefkerk heeft gesteld, er
dan een grote kans is dat er een model komt waarin dat gebied wel is
opgenomen.
De voorzitter zegt dat thans ten aanzien van punt C nog een beslis-
sing moet worden genomen. Hij vraagt of C1 zô mag worden verstaan dat
ten aanzien van eventuele oplossingen, waaraan de raad straks een prio-
riteit gaat toekennen, als dat nodig is om uit andere klempunten te
komen, bij uitzondering geen maatregel voor die woonbuurt voorop staat.
Dat is dus in feite een soort escape om te voldoen aan andere priori-
teiten die bij de afweging nog zullen worden uitgesproken.
De heer Streefkerk merkt op dat beide uitspraken duidelijk ontwerp-
bei'nvloeding kunnen hebben. Spreker stelt voor, aan de hand van de
plaats die C2 straks in de prioriteitenlijst krijgt, om dan aan de raad