56 27 maart 1975 studie ook veel tijd zal vergen. Terwijl de hier bedoelde studie dus nog verricht moet worden, worden in de nota reeds stellingen ingenomen en daar zit wat spreker betreft het knelpunt. Hij vindt dat een belangrijke lacune, waardoor in feite de basis voor de uitgangspunten en de beleidsmaatregelen aanzienlijk wordt verzvyakt. Tocn kan hij er zeker begrip voor hebben dat de nota niet bij pagina 7 is geëindigd. Wij zitten in een maalstroom van ontwikkelingen, waarbij het, zo rn.eent spreker, voldoende is te wijzen op de herziening van het streekplan Noordzeekanaa.lgebiedde vaststeiiing van het streekplan voor de Meerlanden en de plannen met betrekking tot de Voorhaven bij IJmuiden. Het gevaar is dan ook zonder meer aanwezig dat, terwijl men in Zuid-Kennemerland volop in studie is over de meest optimaie bevolkingsstruktuur - een studie die veel tijd zal vergen - intussen over en zonder ons alleriei beslissingen zullen worden ge- nomen die ons moqelijkerwijs in een later stadium niet zo welgevailig zullen zijn. Daarom heeft zijn fractie er begrip voor dat de nota bij pagina 8 doorgaat, en kan zij instemmen me.t de uitgangspunten en doel- stellingen die in de hoofdstukken VII en VIII zijn vastgelegd, v;aarbij spreker in het bijzonder denkt aan punt 3 op bladzijde 9: "Het instel- len van een onderzoek r.aar de mogelijkheid om na 1982 overloop op te vangen in de directe omgeving, b.ijvoorbeeid in het streekplan voor de Meerlanden (Vijfhuizen) en in het streekplan voor het Noordzeekanaal- gebied (Velserbroekpolder)"en aan punt VIII, bladzijde 10 inzake een onderzoek naar verantwoorde pianologische mogelijkheden voor een ver- antwoorde verstedelijking in en om Zuid-Kennemerland. Spreker denkt ook aan een andere beleidsdoelstelling, vermeld op pagina 10, die met de vorige in nauwe samenhang verkeert, namelijk een onderzoek naar de mogelijkheid van de ontwikkeling van een Veiserbroekstad en een even- tuele uitbouw van Spaarndam, en tenslotte op bladzijde 11, een nadere studie naar de mogelijkheid om twee belangen te verenigen, in de eerste plaats de woningbehoefte van de Kaarlemmermeer en daarnaast het hand- haven van het voorzieningenniveau van Zuid-Kennemerland, zodanig dat de groene zoom rond Schalkwijk vloeiend overloopt in .de Haarlemmermeer. Sprekers fractie gaat dus akkoord met deze onderzoeken en met het .over- leg dat in deze richting zou moeten worden gevoerd, terwille van de tijd die dringt en ook om de belangen van het gewest zo goed mogelijk te doen behartigen. Dat alles laat echter niet onverlet de noodzaak van een studie naar de konsekwenties van een dalende bevolking. Merk- waardig acht spreker het dat zowel in rfe nota als in de aanbevelingen, alsook in het ontwerp-besluit, daarover niet meer wordt gerept. Hij acht dat een lacune, hetgeen naar hij meent ook uit het voorgaande wel duidelijk zal zijn geworden. Spreker vraagt zich af of het geën aanbeveling verdient in het-besluit hier nog eens op te wijzen en het dagelijks bestuur van het gewest Kennemeriand sterk in overweging te geven deze studie onverwijld ter hand te nemen. Het is heel goed moge- iijk dat de resultaten van deze studie op een gegeven moment aanlei- ding zijn om de koers die inmidaels is ingeslagen te wijzigen. Het is ook"mogelijk dat dit niet nodig zal blijken te zijn, maar dat weet men vandaag niet. Sprekers fractie acht het verstandig deze studie toch te verrichten en wel op de kortst mogelijke termijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1975 | | pagina 4