Doorhafling van artikel 265 goedgekeurd
gAls uarieriViiS'uan woi'den gcatcld, dat op of bi] ccn-tet bcw-e-npg-
bestemd gebouw dat 20 of meer woningen of wooneenheden
bevat, een gemeenschappelijke voorziening waarmee aile ter
plaatse goed ontvangbare omroep- en televisiesignalen kunnen
worden doorgegeven met de daarbij behörende apparatuur en
geleidingen. wordt aangebracht en dat zodanige bouwkundige
maatregelen worden getroffenhîat elke tot dat gebouw behoren-
de woning of wooneeiihefa op eenvoudige wijze aan die voor-
ziening kan wonjsrf'aangesloten.
3 VrzjsfeniJWt-könworden verleend van het bepaalde in lid 1 ten
behQpvfPvan radiozendamateurs die over een zendmachtiging
toCschiklicn. vci'lccnd door cen daartoe bcvocgde înstantie.
ARTIKEL 267
Van artikel 267 de tekst onder b vervangen door:
b van de bepalingen van de afdelingen B, C en D van dit hoofdstuk
en van de krachtens die bepalingen gesteide nadere regelen bij
het gedeeltelijk vernieuwen, veranderen of het vergroten van een
bouwwerk, dat niet voldoet aan die bepalingen of nadere rege-
len, mits de bestaande toestand wordt verbeterd.
ARTIKEL 315
Van artikel 315 de tekst vervangen door:
Een gemeenschappelijke of centrale antennevoorziening moet doel-
treffend1 zijn.
ARTIKEL 358a
Van artikel 358a de tekst vervangen door:
1 Indien een woning of een tot bewoning bestemd gebouw ligt bin-
nen een afstand van 20 m van een gemeenschappelijke of cen-
traie voorziening waarmede alie ter plaatse goed ontvangbare
omroep- en televisiesignalen kunnen worden doorgegeven en
waarop de woning dan wel het tot bewoning bestemde gebouw
kan worden aangesloten, is het verboden om buiten die woning of
dat tot bewoning bestemde gebouw een voor minder dan 20
woningen of wooneenheden dienende antenne te hebben. Het
vorenbedoelde verbod geldt niet voor de op het tijdstip waarop
dit verbod van kracht wordt aanwezige antennes, zuiks echter
voor een termijn van vijf jaar.
2. Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 ten
behoeve van radiozendamateurs die beschikken over een zend-
machtiging, verleend door een daartoe bevoegde instantie.
7