de af te voeren hoeveelheden zo groot zijn, dat verstoring van de
normale werking van het riool of de zuiveringsinstallatie is te ver-
wachten, kan worden geëist, dat op andere wijze wordt geloosd
dan naar het openbare riool. In veel gevallen zal de lozing dan
dienen te geschieden onder de voorschriften die worden gesteld
krachtens de Wet verontreiniging oppervlaktewateren, terwijl in
andere gevallen de Hinderwet voorziet in de mogelijkheid tot het
stellen van eisen. In gemeenten waar de lozingsverordening riole-
ring is vastgesteld, verdient het aanbeveling in een vroegtijdig
stadium met de instantie die de lozingsvergunning behandelt te
overleggen of vergunning zal worden verleend en zo ja, onder welke
voorwaarden.
Als wenk voor de toepassing van lid 5 tussenvoegen:
Lid 5, onder b. Voor zover lozing zal plaatsvinden op oppervlakte-
water is daarvoor vergunning nodig ingevolge artikel 1, lid 1, van
de Wet verontreiniging oppervlaktewateren; de vrijstelling van lid 1
dient eerst te worden verleend nadat die vergunning door de
betrokkene is verkregen.
ARTIKEL 241
Als wenk voor de toepassing van lid 1, onder c, opnemen:
Lid 1, onder c. Het verdient aanbeveling om aanvrager er op te
wijzen, dat voor lozing op oppervlaktewater een vergunning nodig
is ingevolge artikel 1, lid 1, van de Wet verontreiniging oppervlakte-
wateren.
Aan de wenk voor de toepassing van lid 4 toevoegen: Zie ook de
wenk voor de toepassing bij lid 1, onder c.
ARTIKEL 244
Aan de wenken voor de toepassing toevoegen:
Lid 3. Tegen het verlenen van vrijstelling zal in veel gevallen geen
bezwaar behoeven te bestaan; dit geldt echter niet wanneer, ge-
zien de bestemming van het gebouw, te verwachten is dat als
gevolg van eventuele verstoppingen schade aan onvervangbare
gemeenschapsgoederen zou kunnen ontstaan, zoals in musea en
bibliotheken.