ARTIKEL 205
Ä&n een bepaling tot het beperken van het aantal antennes ligt in
de ebtste plaats een welstandsmotief ten grondslag. Uit de huidige
bepalmg^blijkt niet duidelijk of het verbod tot het oprichten van een
individuelfe\antenne pas kan worden gesteld, wanneer de nodige
voorzieningerïxen bekabelingen zijn aangebracht dan wel reeds
wanneer de mogfelUkheld bestaat (en die ibestaat nagenoeg altijd)
om een bestaande anUmne-inrichting uit te breiden zodat het ge-
bouw daarop kan wordfep aangesloten. In het nieuwe artikel wordt
duidelijker dan voorheen ^e^egeld, dat geen afzonderlijke antennes
mogen worden aangebracht wanneer het gebouw minder dan 20 m
van een centrale voorziening is gelegen. Weliswaar zal in de bouw-
verordening geen aansluitplicht kuîtnen worden geregeld, maar de
exploitant van de inrichting heeft inge.volge de machtigingsvoor-
waarden van de P.T.T. de verplichting bm desgevraagd aan te
sluiten. Indien iemand niet wenst aan te sïujten op een CAI of
GAI zal hij niettemin geen eigen buitenantennKmogen oprichten
en derhalvc met een binnenantcnne moctcn wcrkch.
ARTIKEL 267
Tegen de huidige bepaling onder b zijn in de loop van de tijd
enige bedenkingen naar voren gekomen. De vrijstellingsmogelijk-
heid is beperkt tot bouwwerken die zijn gebouwd, of waarvoor
vergunning is verleend, vôör de inwerkingtreding van de nieuwe
bouwverordening; er kan dus geen vrijstelling worden verleend voor
bouwwerken die nadien tot stand zijn gekomen.
Sedert de vaststelling van deze bouwverordening zijn echter in de
meeste gemeenten diverse wijzigingen doorgevoerd en het is niet
goed te verdedigen, dat in die gevallen waar een bouwwerk wordt
veranderd of vernieuwd, een dergelijke vrijstelling niet zou kunnen
worden verleend wanneer er verbetering optreedt van de bestaande
situatie. Daar komt nog taijdat in diverse gemeenten deze vrij-
stelling wel kan worden toegepast voor bouwwerken die in het
recente verleden zijn gebouwd omdat daar bijvoorbeeld door ge-
meentelijke herindeling de bouwverordening opnieuw is vastgesteld;
ook zijn er gemeenten die bij een omvangrijke wijziging van de
bouwverordening de bestaande verordening intrekken en vervangen
door de gewijzigde.
ARTIKEL 315
In verband met de beperkte toepassingsmogelijkheden van dit arti-
kel en de praktische moeilijkheden die verbonden zijn aan het
5