stellen van nadere eisen met betrekking tot uitbreiding van de
installatie wordt van de mogelijkheid tot het stellen van nadere
eisen afgezien.
ABTIKEL 358a
De tekst van dit artikel is in overeenstemming gebracht met de
gewijzigde artikelen 265 en 315.
ARTIKEL 371
Het wordt juister geacht dat het verbod om bepaalde stoffen in de
riolering te brengen wordt gesteld krachtens de Lozingsverordening
riolering, wanneer die is vastgesteld.
Motivering van de wijziging in de TABELLEN:
In artikel 165, lid 1, wordt voor het vereiste warmte-isolerend ver-
mogen van wanden van tot bewoning bestemde gebouwen verwezen
naar de tabellen 1 en 2 en in artikel 178, lid 1, naar de tabellen 6 en 7
voor het vereiste warmte-isolerend vermogen van vloeren.
In verband hiermede is de -vereiste warmteweerstand in die tabellen
verhoo'gd tot de waarde die volgens NEN 1068, uitgave 1964, voor de
klasse 'voldoende' nodig is. Een uitzondering is daarbij gemaakt voor
woningscheidende wanden (tahel 1, onder B 1), omdat in dat geval de
noodzaak tot het stellen van de norm-eis gering is, terwijl het /bij toe-
passing van gewapend-betonnen wanden praktische bezwaren oplevert
om aan die eis te voldoen.
Wat betreft de wijziging van tabel 5, zie de motivering bij de
wijziging van artikel 1.