HOOFDSTUK 1
INLEIDENDE BEPALINGEN
ARTIKEL 1. Begripsomschrijvingen
In deze verordening en de krachtens deze verordening gestelde nadere rege-
len wordt verstaan onder:
bouwverordening de bouwverordening, vastgesteld bij raadsbesluit d.d.
zoals nadien gewijzigd;
logiesgebouw een gebouw bestemd tot het verlenen van tijdelijke huis-
vesting met gehele of gedeeltelijke verzorging, waartoe
meer dan drie logieseenheden behoren of waarvan de geza-
menlijke oppervlakte van de logieseenheden 50 m2 of meer
bedraagt;
logieseenheid een afzonderlijk deel van een logiesgebouw, dat uitsluitend
voor logiesdoeleinden is bestemd.
ARTIKEL 2. Verhouding tot de bouwverordening
De bepalingen van de bouwverordening en de krachtens die verordening ge-
stelde nadere regelen vinden ten aanzien van logiesgebouwen en hun aan-
horigheden, waaronder erven, slechts toepassing voor zover zulks in deze
verordening is bepaald.
ARTIKEL 3. Toepassingsgebied
1 De bepalingen van deze verordening en de krachtens deze verordening
gestelde nadere regelen zijn niet van toepassing voor zover zij in strijd zijn
met de voorschriften van een bestemmingsplan.
2 De bepalingen omtrent het bouwen, vervat in deze verordening en de krach-
tens deze verordening gestelde nadere regelen, zijn bij het voor een gedeelte
vernieuwen of veranderen en bij het vergroten slechts van toepassing voor
zover zij met de vernieuwing, de verandering of de vergroting verband houden.
3 De bepalingen van hoofdstuk 3 van deze verordening en de krachtens die
bepalingen gestelde nadere regelen, zijn slechts van toepassing op het
bouwen van logiesgebouwen, tenzij in deze verordening anders is bepaald.