ARTIKEL 30. Wijze van bepalen van de oppervlakte en de hoogte van ruimten in ge- bouwen Het bepaalde in artikel 81 van de bouwverordening is van toepassing. ARTIKEL 31. Aard van de toegang Logieseenheden moeten van de weg af bereikbaar zijn zonder dat andere ruimten dan gangen, portalen en trappehuizen behoeven te worden betreden. ARTIKEL 32. Deuren in toegangen tot ruimten in logiesgebcuwen Toegangen tot logieseenheden, privaten en gemeenschappelijke badruimten moeten zijn voorzien van een afsluitbare deur. Het slot van deze deur moet zodanig zijn uitgevoerd, dat het met een speciale sleutel ook van buiten af kan worden geopend. ARTIKEL 33. Hoogteligging van oppervlakken, gescheiden door een deur Het bepaalde in artikel 85 van de bouwverordening is van toepassing, met dien verstande dat voor de in lid 1 genoemde maat van 0,70 m wordt gelezen 1 m. ARTIKEL 34. Afmetingen van deurkozijnen 1 Het kozijn van een deur die toegang geeft tot een begaanbare ruimte moet, gemeten in de dag, ten minste 2 m hoog zijn. 2 Het kozijn van de hoofdtoegangsdeur tot een logiesgebouw, alsmede het kozijn van deuren in galerijen en gemeenschappelijke gangen of portalen moet, gemeten in de dag, ten minste 0,90 m breed zijn. 3 Het kozijn van een deur die toegang geeft tot een logieseenheid, een kamer of een keuken moet, gemeten in de dag, ten minste 0,80 m breed zijn. 4 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 voor het kozijn van een deur die toegang geeft tot een kelder. ARTIKEL 35. Afmetingen van pcrtalen, gangen en galerijen 1 Portalen en gangen moeten ten minste 2,2 m hoog zijn. 2 Boven vloeren van galerijen of gemeenschappelijke gangen die toegang geven tot logieseenheden, moet een vrije hoogte van ten minste 2,2 m aanwezig zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1975 | | pagina 38