b. 0,60 m2 K/W indien de massa per oppervlakte van de wand 100 kg/m2
of meer bedraagt doch niet meer dan 250 kg/m2;
c. 0,86 m2 K/W indien de massa per oppervlakte van de wand minder dan
100 kg/m2 bedraagt.
Deze wanden moeten bovendien regen- en vochtwerend zijn.
2 Van wanden die logiesgebouwen begrenzen, andere dan buitenwanden, moet
de isolatie-index voor luchtgeluid als bedoeld in NEN 1070, uitgave 1962, ten
minste 0 dB bedragen.
3 Van wanden die logieseenheden begrenzen, andere dan buitenwanden, moet
onverminderd het bepaalde in lid 2 de isolatie-index voor luchtgeluid als be-
doeld in NEN 1070, uitgave 1962, ten minste 6 dB bedragen.
4 Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot de geluidisolatie
van wanden van ruimten, die bijzondere voorzieningen behoeven tegen te
verwachten geluidhinder uit aangrenzende ruimten.
5 Vrijstelling kan worden verleend van:
a. het bepaalde in lid 2, indien aan de wand geen kamers grenzen, die be-
horen tot het logiesgebouw;
b. het bepaalde in lid 3:
1. indien dit gezien de aard van de bestemming van het logiesgebouw
aanvaardbaar is;
2. indien zich in de wand tussen twee logieseenheden een deur bevindt.
ARTIKEL 75. Overige constructieve eisen met betrekking tot wanden en kolommen
Het bepaalde in de artikelen 167 tot en met 170 en 172 tot en met 174 van
de bouwverordening is van toepassing.
ARTIKEL 76. Beperking van de tcepassing der artikelen 77 tot en met 84
Het bepaalde in de artikelen 77 tot en met 84 is niet van toepassing op trap-
bordessen.
ARTIKEL 77. Brandveiligheid van vloeren en plafonds
1 Vloeren van logiesgebouwen die geen deel uitmaken van de onderbegrenzing
van het gebouw, moeten een brandwerendheid hebben van ten minste:
a. 30 minuten, indien de vloer deel uitmaakt van een gebouw waarvan geen
verdiepingvloer meer dan 12,5 m boven peil ligt;
24
