b. 60 minuten, indien de vloer deel uitmaakt van een gebouw waarvan enige
verdiepingvloer meer dan 12,5 m boven peil ligt.
Bij de beoordeling van de in dit artikel genoemde eigenschappen mogen
plafonds en dekvloeren worden medegerekend.
Nadere eisen kunnen worden gesteld met betrekking tot:
a. de brandwerendheid van vloeren die de onder- of bovenbegrenzing vormen
van ruimten die naar de aard van hun bestemming een hoge vuurbelasting
kunnen hebben;
b. de brandwerendheid van vloeren behorende tot de hoofddraagconstructie
van een logiesgebouw dat bij instorting gevaar voor de aangrenzende of
omringende bebouwing kan opleveren.
Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1 onder b, indien
dit in verband met de ligging, de afmetingen en de indeling van het gebouw
en gezien de aanwezige vluchtmogelijkheden en de overige brandveiligheids-
voorzieningen aanvaardbaar is.
ARTIKEL 78. Warmte- en geluidisolatie van vloeren
Vloeren van logieseenheden moeten een warmteweerstand R, als bedoeld in
NEN 1068, uitgave 1964, hebben van ten minste:
a. 0,69 m2 K/W indien de vloeren zijn gelegen boven niet besloten ruimten
en de massa per oppervlakte van de vloer meer dan 100 kg/m2 bedraagt;
b. 0,86 m2 K/W indien de vloeren zijn gelegen boven niet besloten ruimten
en de massa per oppervlakte van de vloer 100 kg/m2 of minder bedraagt;
c. 0,17 m2 K/W indien de vloeren zijn gelegen boven kelders, kruipruimten
of andere onverwarmde ruimten of direct op de grond zijn gestort.
Van vloeren die de scheiding vormen tussen een logiesgebouw en een niet
tot het logiesgebouw behorende, al dan niet besloten ruimte, moeten de
isolatie-indices voor luchtgeluid en contactgeluid, als bedoeld in NEN 1070,
uitgave 1962, ten minste 0 dB bedragen.
Nietvan toepassing is het bepaalde in de vorige zin met betrekking tot de
isolatie-index voor contactgeluid wanneer de vloer van het logiesgebouw zich
boven een niet besloten ruimte bevindt.
Van vloeren die de scheiding vormen tussen een logieseenheid en een andere,
al dan niet besloten ruimte, moeten onverminderd het bepaalde in lid 2, de
25