29
ramen en hun kozijnen een brandwerendheid bezitten van ten minste 20
minuten. Ramen in deze wanden mogen niet beweegbaar zijn.
Nadere eisen kunnen worden gesteld ten aanzien van de onbrandbaarheid
en brandwerendheid van deuren en ramen in binnenwanden daar, waar bij-
zondere bescherming tegen brandgevaar noodzakelijk is.
ARTIKEL 91. Trappen, trapbordessen en trappehuizen
Het bepaalde in de artikelen 204, 205, 206 onder a, 209 en 210 van de bouw-
verordening is van toepassing.
ARTIKEL 92. Brandveiligheid van trappen en trapbordessen
Vaste trappen binnen iogiesgebouwen moeten, indien ze toegang geven
tot besloten ruimten waarin zich personen plegen te bevinden en bovendien
deel uitmaken van de begrenzing van een besloten ruimte, een brandwerend-
heid bezitten van:
a. ten minste 30 minuten indien zich geen vloeren, uitgezonderd vloeren van
bergzolders, meer dan 12,5 m boven peil bevinden;
b. ten minste 60 minuten indien zich een of meer vloeren, uitgezonderd
vloeren van bergzolders, meer dan 12,5 m boven peil bevinden.
Vaste trappen binnen logiesgebouwen moeten, indien ze toegang geven tot
besloten ruimten waarin zich personen plegen te bevinden maar geen deel
uitmaken van de begrenzing van een besloten ruimte een brandwerendheid op
bezwijken bezitten als genoemd in lid 1, onder a en b.
Buitentrappen moeten, indien ze deel uitmaken van de buitenbegrenzing van
een logiesgebouw, onbrandbaar zijn en een brandwerendheid van ten minste
60 minuten bezitten.
Trapbordessen moeten aan dezelfde eisen van brandveiligheid voldoen als
de trappen waarbij ze behoren.
Als nadere eis kan worden gesteld dat vaste trappen binnen logiesgebouwen
onbrandbaar zijn.
Vrijstetling kan worden verleend van het bepaalde in de leden 1 en 2
indien dit in verband met de ligging, de afmetingen en de indeling van het
gebouw en gezien de aanwezige vluchtmogelijkheden en de overige brand-
veiligheidsvoorzieningen, aanvaardbaar is.