ARTIKEL 93. Rookkanalen, schoorstenen, gasafvoerkanalen en ventilatiekanalen
Het bepaalde in de artikelen 211 tot en met 228 van de bouwverordening is
van toepassing.
ARTIKEL 94. Kanalen van luchtbehandelingsinstallaties
Het bepaalde in de artikelen 229 en 230 van de bouwverordening is van over- 1
eenkomstige toepassing.
ARTIKEL 95. Vuilstortkokers
Het bepaalde in de artikelen 231 tot en met 234 van de bouwverordening is
van overeenkomstige toepassing.
ARTIKEL 96. Liftschachten
Het bepaalde in de artikelen 235 en 236 van de bouwverordening is van over-
eenkomstige toepassing.
ARTIKEL 97. Kokers, niet vallende onder de artikeien 63 tot en met 96
1 Kokers, niet vallende onder de artikelen 93 tot en met 96 die door meer dan
één besloten ruimte gaan, moeten wanden hebben van onbrandbaar materiaal
en een brandwerendheid van ten minste 30 minuten.
Inspectie- en bedieningsopeningen in deze kokers moeten door luiken met
een brandwerendheid van ten minste 20 minuten rookdicht zijn afgesloten.
2 Vrijstelling kan worden verleend van het bepaalde in lid 1, indien dit in
verband met de aard van de bestemming van het logiesgebouw aanvaard-
baar is.
ARTIKEL 98. Afvoerleidingen en afvoerputten
Het bepaalde in de artikelen 238 tot en met 253 van de bouwverordening is
van toepassing.
Afdeling D. Bijzondere bepalingen
ARTIKEL 99. Bijzondere bepalingen
1 Logiesgebouwen moeten zijn voorzien van:
a. een noodverlichtingsinstallatie die bij het uitvallen van de normale stroom-
voorziening automatisch in werking treedt;
30