HOOFDSTUK 7
BEPALINGEN OMTRENT HET GEBRUIK VAN LOGIES-
GEBOUWEN
ARTIKEL 111, Gebruik overeenkomstig bestemming
Het bepaalde in de artikelen 352 en 353 van de bouwverordening is van
toepassing.
Indien ten behoeve van de bouw van een logiesgebouw vrijstelling is
verleend van de bepalingen van deze verordening in verband met de aard
van de bestemming, is het verboden het gebouw in afwijking van die aard
voor andere logiesdoeieinden te gebruiken of te doen gebruiken.
ARTIKEL 112. Verbod van gebruik
Het bepaalde in de artikelen 355 tot en met 357 van de bouwverordening is
van toepassing.
ARTIKEL 113. Verbod tot ontsierende opslag van vloeistoffen
Het bepaalde in artikel 358 van de bouwverordening is van overeenkomstige
toepassing.
ARTIKEL 114. Slaapplaatsen
Het bepaalde in artikel 360 van de bouwverordening is van overeenkomstige
toepassing.
ARTIKEL 115. Aantal slaapplaatsen in kamers
Het is verboden in een kamer van een logieseenheid te doen slapen met een
aantal personen dat meer bedraagt dan v/4, in welke formule onder v wordt
verstaan het aantal vierkante meters van de vloeroppervlakte van die kamer.
ARTIKEL 116. Dagverblijf
Het is verboden een ruimte die niet voldoet aan de gestelde eisen met
betrekking tot de hoogte in artikel 23, met betrekking tot de brandveiligheid
in de artikelen 73, 77 en 85, met betrekking tot de warmte- en geluidisolatie
en de vochtwerendheid in de artikelen 74, 78 en 86 en met betrekking tot de
ventilatie in artikel 48, als gemeenschappelijk dagverblijf te gebruiken.