Artikelsgewijze toelichting
HOOFDSTUK 1
ARTIKEL 1
Toelichting op het ontstaan
Het begrip Jogieseenheid" is ingevoerd naar analogie van het reeds in de
bouwverordening gehanteerde begrip ,,wooneenheid".
Aan het begrip logieseenheid wordt de voorkeur gegeven boven kamer, omdat
het begrip kamer volgens de bouwverordening één ruimte aangeeft, terwijl dit
bij het begrip logieseenheid niet het geval is; een logieseenheid kan bestaan
uit een aantal ruimten, die gezamenlijk het door de gast gehuurde ten behoeve
van afzonderlijk gebruik vormen, te weten één of twee kamers, alsmede even-
tueel een privaat, badruimte, kookgelegenheid e.d.
In artikel 14 is aangegeven het aantal kamers dat tot een logieseenheid mag
behoren; deze bepaling moet worden gezien als een aanvulling op de in dit
artikel gegeven begripsomschrijving, die echter geen deel van de begrips-
omschrijving kan uitmaken omdat eenheden die drie kamers bevatten dan niet
onder de begripsomschrijving en ook niet onder de verordening zouden vallen.
Wenk voor de toepassing
Voor de begripsomschrijving logiesgebouw zijn twee criteria aangegeven, te
weten de „tijdelijke huisvesting" en ,,gehele of gedeeltelijke verzorging".
Het begrip ,,tijdelijke huisvesting" is erg betrekkelijk omdat het niet aan een
vastgestelde tijdnorm is te binden. In het algemeen kan worden gesteld dat
onder tijdelijke huisvesting in een logiesgebouw wordt verstaan huisvesting
die doorgaans niet langer duurt dan één maand. Zie in dit verband ook de
toelichting bij artikel 1 van de bouwverordening met betrekking tot het begrip
permanente bewoning. Onder „verzorging" behoeft niet uitsluitend te worden
verstaan de verstrekking van maaltijden. Van verzorging is ook sprake wan-
neer bedden worden verzorgd en kamers worden schoongehouden.
Wanneer aan een gebouw, bestemd voor tijdelijke huisvesting, het verzorgend
element ontbreekt, is dat gebouw volgens de gegeven definitie geen logies-
gebouw meer; het zal dan vallen onder de kampeergebouwen, woonketen e.d.
Laatstgenoemde gebouwen vallen niet onder de werking van deze verordening;
49