HOOFDSTUK 3
Afdeling B. Inrichting van logiesgebouwen
ARTIKEL 13
Toelichting op het ontstaan
Lid I: De aanwezig-heid van logieseenheden in een logiesgebouw behoeft in
dit artikel niet te worden voorgeschreven omdat dit reeds volgt uit de in
artikel 1 gehanteerde begripsomsohrijving van logiesgebouw. Het is daarbij
van ondergeschikt belang hoeveel logieseenheden tot het gebouw behoren.
Aangezien gebouwen, waarin uitsluitend nachtverblijf wordt verschaft, vallen
onder de begripsomschrijving van logiesgebouw is hier evenmin bepaald, dat
tot een logiesgebouw een gemeenschappelijk dagverblijf behoort of een
ruimte waar maaltijden kunnen worden genuttigd. Uiteraard is de aanwezigheid
van een dagverblijf of een ruimte waar maaltijden kunnen worden genuttigd
niet strijdig met de bestemming van een logiesgebouw. Indien deze ruimten
aanwezig zijn, moeten zij wel aan bepaalde eisen voldoen.
De hier voorgeschreven keuken wordt uit overwegingen van volksgezondheid
nodig geacht om in ieder geval het schoonspoelen van vaatwerk en het be-
trekken van drinkwater mogelijk te maken.
Wenken voor de toepassing
Lid I: Het is niet verboden dat tot de inrichting van een gemeensohappelijke
badruimte een closet behoort; dat closet zal dan echter niet mogen worden
meegerekend als afzonderlijk privaat.
De eis dat het logiesgebotiw moet beschikken over^een) afzonderlijk(e)
privaten, badruimten, houdt in dat deze ruimten bij de beoordeling of aan dit
artikel wordt voldaan sleohts mogen worden medegerekend voor zover ze
niet binnen een logieseenheid zijn gelegen.
Lid 1onder a en b: Voor het bepalen van het benodigde aantal privaten en
badruimten zijn drie toetsingscriteria gegeven. Voor gebouwen met kleine
logieseenheden zal veelal het aantal logieseenheden maatgevend zijn; voor
gebouwen met grote logieseenheden de vloeroppervlakte. Geheel onafhanke-
lijk daarvan moet worden nagegaan, of in elke bouwlaag een privaat aanwezig
is en of het logiesgebouw over een badruimte beschikt. Ingevolge het be-
52