leend van de gestelde eis in lid 1 onder a 1, mits voldaan wordt aan de eis
van één privaat per zeven logieseenheden.
Lid 3, onder h: Zie de toelichting op lid 3, onder a.
Voor 'badruimten zou een overeenkomstig vrijstellingsbeleid kunnen worden
gevoerd.
Lid 3, onder c2: Voor het verlenen van vrijstelling kunnen een aantal gevallen
in aanmerking komen, zoals de situatie dat de tot een logiesgebouw be-
horende logieseenheden en de ruimten waarin maaltijden worden bereid en
verstrekt, niet in hetzelfde gebouw zijn gelegen. Ook kan hier worden gedacht
aan kleine logiesgebouwen waarin zioh tevens de woning van de eigenaar
of beheerder bevindt en waarbij de keuken van de woning tevens gebruikt
wordt ten behoeve van de logieseenheden.
ARTIKEL 17
Wenk voor de toepassing
Lid 2: Wanneer tussen twee logieseenheden een deur wordt aangebracht kan
niet worden voorkomen dat de isolatie tussen de twee logieseenheden ver-
mindert, en dat niet zal kunnen worden voldaan aan het bepaalde in artikel 74,
lid 3, eerste zin. De mate waarin dit plaatsvindt is onder andere afhankelijk
van de vorm van de aangrenzende ruimten, de oppervlakteverhouding van de
deur ten opzichte van de wand, het materiaal van de wand, het materiaal van
de deur en de aansluiting van de deur aan de omringende constructie. De
vermindering van de geluidisolatie kan zoveel mogelijk beperkt worden door
een speciale deur die rondom nagenoeg luchtdicht aansluit aan het kozijn, dus
ook bij de dorpei. Deze voorwaarde is ontleend aan de eis die in NEN 1070,
uitgave 1962, onder punt 3.2.2.5. gesteld wordt aan een toegangsdeur tot de
zgn. ,,stiile kamers" in een woning die voldoet aan 3e akoestische kwaliteits-
klasse ,,goed".
ARTIKEL 18
Toelichting op het ontstaan
De eis dat een logieseenheid over twee vluchtwegen moet beschikken is
gesteld, omdat er van moet worden uitgegaan, dat degene die in een logies-
gebouw verblijft niet bekend is met de situatie, dit in tegenstelling tot de be-
woners van (bijzondere) woongebouwen, zodat aan de mogelijkheden tot ont-
54