koming bij brand in logiesgebouwen hogere eisen gesteld moeten worden dan
in (bijzondere) woongebouwen.
De eis dat een viuchtweg niet door een kamer, keuken, bedrijfsruimte of
bergplaats mag gaan, moet worden gesteld omdat een vluohtweg duidelijk
herkenbaar moet zijn en omdat zoveel mogelijk zekerheid moet worden ver-
schaft dat van een vluchtweg ook daadwerkelijk gebruik kan worden gemaakt.
Dit is niet het geval wanneer de vluchtweg door een of meer der genoemde
ruimten loopt. Dat men zonodig via een van die ruimten ontvlucht wanneer
daartoe de mogelijkheid bestaat, staat verder buiten dit voorschrift.
Wenk voor de toepassing
Lid 1: Een vluchtweg als bedoeld in dit artikel wordt geaoht te beginnen direct
buiten een logieseenheid. Wanneer een logieseenheid slechts te verlaten is
door één deur naar een gemeenschappelij'ke gang, waardoor men naar twee
riohtingen kan vluchten, is er dus sprake van twee vluchtwegen. Om deze
vluchtwegen doeitreffend te doen zijn, dat wif zeggen om te voorkomen dat
ze beide tezelfdertijd onbruikbaar worden, is het dan eohter wel nodig af-
doende maatregelen te nemen tegen rookverspreiding in die gemeensohappe-
lijke gang.
Zie ook de wenk voor de toepassing bij artikel 99, lid 2.
ARTIKEL 19
Wenk voor de toepassing
Lid 3: Behalve aan de eisen van vochtwering moet eveneens worden voldaan
aan de overige eisen die in deze verordening aan kamers worden gesteld zo-
als dagliohttoetreding, ventilatie, thermisohe isolatie e.d.
ARTIKEL 29
Wenk voor de toepassing
Het hanteren van de bevoegdheid tot het stellen van nadere eisen met be-
trekking tot voorzieningen ten behoeve van mindervaliden zal met de nodige
souplesse moeten plaatsvinden. Enerzijds is het niet verantwoord om bij elke
aanvraag voor een logiesgebouw een nadere eis te stellen, aangezien dit, met
name bij kleine gebouwen, een onevenredige kostenverhoging tot gevolg zou
kunnen hebben. Anderzijds kan men het stellen van nadere eisen niet be-
perken tot enkele grote en meer luxueuze logiesgebouwen waar de verhoging
55