135
28 augustus 1975
Spreker dringt er met klem op aan althans nu uit te spreken dat wat
betreft de toekomstige organisatie van het gëïntegreerde bedrijf geen
bindende beslissing zal worden genomen, voordat het overleg met de
commissie voor georganiseerd overleg, waarbij de personeelsieden dan
ook de steun hebben van de bonden waarbij ze zijn aangesloten, heeft
plaatsgevonden.
Voorts steunt spreker gaarne de opmerking van de heer Van der Wal ten
aanzien van het aanwijzen van een project-wethouder. Hij gelooft dat
het goed is, zowel voor de toekomstige directeur als voor het bestaan-
de personeelsbestand, als men in de problemen komt - dat kan natuurlijk
"licht optreden bij een dergelijke tameiijk grootscheepse aktie als de
bedoelde integratie - dat er éën persoon voor hen aanspreekbaar is,
terwijl men ongetwijfeld voor de meer nabije toekomst er serieus over
moet denken om het geïntegreerde technische bedrijf onder een één-
hoofdige leiding, onder één wethouder, te brengen.
Mevrouw Borghouts kwarft de zin "Integratie is een proces dat zo goed
mogeiijk moét worden voorbereid en begeleid" tegen, toen zij alle pape-
rassen met betrekking tot de integratie van het bedrijf openbare werken
en het gas-, water- en elektriciteitsbadrijf nog eens doornam. Er zijn
vele beraadslagingen geweest die alierlei aspecten van de integratie
onder de loep hebben genomen en die uiteindelijk tot dit raadsvoorstel
hebben geleid.
Het besluit om beide genoemde bedrijven tot één bedrijf te integreren
'wordt ook door spreeksters fractie gesteund. Ook zij verwacht dat zo'n
integratie ten goede komt aan het product dat wordt geleverd. De toe-
komst zal echter moeten leren of er inderdaad een groei naar eenheid
zal optreden tussen de nu nog afzonderlijke bedrijven, die ieder hun
eigen identiteit hebben, en er ongetwijfeld moeite mee zullen hebben
om deze identiteit in te ruilen voor nog iets onbestemds. Het proces
staat of valt met de mensen die erbij betrokken zijn. Juist dââr waar
de integratie het meest merkbaar is, en die afdelingen zijn aan te
wijzen, zou door die verandering veel van de betrokkenen worden ge-
vraagd. In de commissie is daar al op gewezen en inmiddels is haar frac-
tie gebleken dat onder het perSoneel veel onzekerheid heerst over de
juistheid van de door de coördinatiecommissie gekozen organisatiestruc-
tuur. Zij meent dat het gewicht van die onzekerheid onder het personeel
niet licht kan worden onderschat. Het is ook daarom dat haar fractie
zich aansluit bij hetgeen door de heer De Ruiter naar voren is gebracht.
Ten aanzien van het door de heer Van der Wal ingebrachte punt dat in de
toekomst gestreefd moet worden naar een éënhoofdige leiding - onder één
wethouder - deelt spreekster mede dat haar fractié daar veel voor voelt.
Wethouder WiHemse brengt naar voren dat door alle fracties de drin-
gende wens naar voren is gebracht het verdere verloop van de voorberei-
ding voor de integratie onder leiding te stellen van één project-
wethouder. Spreker deelt mede namens het college te kunnen toezeggen
dat het college dit overneemt; over de persoon moet het zich uiteraard
nog nader beraden. Enkele raadsleden hebben dit onmiddellijk gekoppeld
aan één wethouder voor het straks geïntegreerde bedrijf. Dat zou in de
rede liggen. Daaromtrent heeft het college zich nog niet uitgesproken;
het meent daarvoor nog even de tijd te hebben, ook in het verdere vér-
loop van de integratieprocedure, om zijn standpunt daarover te kunnen
bepalen.
De heer Van der Wal heeft zijn goedkeuring uitgesproken over het gede-
gen vooronderzoek dat heeft plaatsgevonden.