28 augustus 1975
140
Spreker heeft er begrip voor dat er sollicitanten kunnen zijn die bij
hét verschijnen voor een grote commissie misschien wat geremd zulien
zijn; nochtans is spreker van mening dat als ze precies weten bij wie
ze komen, hoe die commissie is samengesteld en de functies van de leden,
die bezwaren minder groot zullen zijn. Soreker meent dat men in deze
niet mag spreken van een kosten- of tijdaspect. Kierin meet het college
niet met tijd; alie tijd die hieraan besteed wordt is het dubbel en
dwars waard. Mët de voorzitter vindt spreker dat men van zo'n eerste ge-
sprek een bepaalde indruk krijgt. Het college verwacht niet dat de kan-
didaten op deze wijze dermate geremd zullen worden dat hun persoon en
kwaliteiten en alles wat daarmee verband houdt, niet voldoende naar vo-
ren zullen komen.
De heer Van der VJal heeft omtrent dit punt nader overleg gevraagd met
de coördinatiecommissieSpreker meent dat die tijd er noq wel voor is.
Alvorens men zover is dat men kandidaten kan oproepen is er wel weer
enige tijd gepasseerd en is er nog wel gelegenheid om daarover in de
coördinatiecommissie te praten. Spreker zegt dus nog een coördinatie-
commissie-vergadering toe waarin dit naar voren kan worden gebracht.
De heer Van der Wal zcu van de wethouder een uitspraak willen heb-
ben of de raad met het aannemen van het voorstel tot integratie impli-
ciet een keuze doet voor de in principe uitgesproken structuur, of dat
alleen het intenratievoorstel wordt aangenomen. Met betrekking tot de
sol1icitatieprocedure vindt spreker dat de wethouder er wat te luchtiq
overheen stapt. Spreker is van mening dat op grond van psychologische
gronden de samenstelling van de commissie niet juist is. Mu de wethou-
der zich bereid heeft verklaard dit noq eens in de coördinatiecommissie
te brengen, vraaqt spreker of het college, als de coördinatiecommissie
algemeen van mening is dat een andere procedure dan is voorgesteld
beter is, dan bereid is om die over te nemen.
In het voorstel staat namelijk: "dat in overleq met de coördinatiecom-
missie de procedure met betrekkinq tot de benoemina var, oe directeur
is vastgesteld""In overleq" qeeft te denken dat dat ook de instemminq
heeft. Op dit, naar sprekers belanqrijke punt, had het voorstel beslist
niet de instemming.
De voorzitter brenqt naar voren dat de in nauw overleq met de coördi-
natiecommissie tot stand gekomen procedure van zeer belanqrijke invloed
op het college-standpunt ten aanzien van de gevolgde procedure en ook
ten aanzien van de plaats van het qeorqaniseerd overleq in de zeer be-
langrijk aanbrekende fase is qeweest. Éen speciale procedure, die uit-
drukkelijk ook de inbreng vanuit de personeelssfeer van de gezamenlijke
bedrijven op het oog heeft qehad, en die in deze vorm juist voor deze
i'ntegratie in het leven is geroepen. Het is bepaald niet zo dat ook
maar bij het begin zelfs, toen in het begin van het jaar een krediet
aan de raad werd gevraaqd, een ogenblik door het college is gedacht
dat het voorbij zou kunnen of wi.llen gaan aan de belangrijke facetten
in de sfeer van de medewerkers, maar dat het college juist op grond
van de evenwichtige opzet van een werkgroep uit het personeel ener-
zijds en de coördinatiecommissie vanuit de beleidssfeer anderzijds,
meent dat een andere opstelling, zoals die zojuist min of meer is ge-
vraaqd, er eigenlijk op zou gaan lijken dat men de eerste fase_zou
gaan doorkruisen door op dit moment vast te stellen - en daar is het
college dus niet toe bereid - dat er iets aan de inbreng vanuit de
personeelssfeer niet juist zou zijn geweest. Men kar, ook stellen.en dat
fs vanavond principieel aan de orde.dat voor het besluit van de integra-